In LINDA.LOVES vertellen zes vrouwen over hun liefde voor vintage. Ze hebben niets met snelle mode, worden zen tussen de voddenbalen en zetten zonder schaamte de schaar in Chanel.
Wij geven je een kijkje in deze drie interviews.
Moniek Postma (70)
“Nieuwe spullen ruiken raar en je moet ze honderdduizend keer wassen om ze zacht te krijgen”, vertelt Postma. “Geef mij maar voddenbalen, daarin zitten juweeltjes. Een Amerikaanse collegesweater die door zes generaties is gedragen, een Afghaanse jas met vervaagde borduursels, katoenen overhemden en broeken waarin je aardappelen kunt schillen en de tuin kunt doen. Ik houd niet van die goedkope shitwinkels waarvan je niet weet wie de kleding heeft gemaakt. Ik prefereer oud en goede kwaliteit.”
Moniek scharrelde als zestienjarige al tweedehandskleding bij elkaar. “Dat was in het begin van de hippietijd, en dat doe ik nog steeds.” Daarnaast is Postma niet bang om de schaar in kleding te zetten. “Ik maak van spijkerbroeken een rok of versier een jurk met geborduurde bloemen. En als de hals van een trui net iets te strak zit, knip ik hem eruit. Kan ‘ie weer jaren mee.”
Antoinette van den Berg (53)
Van den Berg vindt mode het gouden randje van het leven en shopt zelden nieuwe kleding. “Toen ik studeerde aan de Eindhoven Academy ging ik al naar Emmaus voor tweedehands spullen. Leren handschoentjes, bont, ouderwetse beha’s. Voor een paar euro had ik superleuke dingen en zo ontwikkelde ik mijn eigen stijl.” Thuis heeft ze rekken met bruids- en avondjurken, waar ze nieuwe kledingstukken van creëert. “Ik haal de bovenkant eraf, haal de voering eruit en verf de stof.”
Merkloze vintage vindt Van den Berg het spannendst. “Dan komt het aan op je eigen visie. Mijn stijlicoon is Daphne Guinness, haar ontwerpen zijn zo uitbundig. Ik draag ook tweedehands bont. Ik vind: het is er, draag het dan ook in plaats van het weg te gooien. Bovendien is nepbont hartstikke vervuilend.”
Sue Virginia Smith (57)
“In 1977 kocht ik op de markt in Rotterdam mijn eerste skibroek en een wit broderie Anglaise-bloesje”, vertelt Smith. “Ik houd van kleding opleuken met accessoires. Dan koop ik bij stoffen- en fourniturenzaak Schröder knopen, elastische bandjes en grote veiligheidsspelden en maak ik daar bijvoorbeeld riemen van. Ik haal kraagjes van kleding af of voeg ze toe. Een oude kamerjas blaas ik nieuw leven in.”
Voor het viezige luchtje dat sommige voddenbalen en tweedehandskleding met zich meedragen, heeft Smith een trucje. “Dat haal ik eruit met wodka. In mijn lammy zit wel een halve liter, hoef ik niet naar een dure stomerij.”
De rest van de interviews lezen? Dat kan in de derde editie van LINDA.LOVES, die nu in de winkel en online verkrijgbaar is.