Mijn vriend en ik zitten samen te werken aan de keukentafel. Als ik mijn laptop open klap, valt zijn oog op mijn Instagram-pagina, waarop ik zojuist een column over geweld tegen vrouwen heb gedeeld. De kop: ‘Vrouwen hebben door schade en schande geleerd van wie ze in dit leven het meest te vrezen hebben.’
“Hee, heb ik deze al gelezen?”, vraagt hij terwijl hij naar de koffiekan grijpt. Ik schud mijn hoofd.
“Waar gaat ie over?”
“Geweld tegen vrouwen. De verschrikkelijke nieuwsverhalen over femicide en seksueel geweld van de laatste tijd. En hoe het altijd vrouwen zijn die zich hierover uitspreken en mannen zich er nauwelijks over op lijken te winden. Of in elk geval niet hardop.”
Ik wacht op een reactie. Mijn vriend zegt niets.
“En over ‘bear-gate’”, voeg ik toe. “Die viral vraag over of je je liever alleen in een bos zou willen bevinden met een man of met een beer. En dat vrouwen op sociale media unaniem voor de beer kiezen en mannen dat blijkbaar niet kunnen begrijpen.”
Mijn vriend tuurt naar het scherm, zijn donkere wenkbrauwen in een frons. Hij kijkt alsof hij een som probeert op te lossen. Dan keert zich naar mij en zegt: “Het is natuurlijk wel een interessante vraag. Ik bedoel: als je puur naar overlevingskans kijkt dan, hè?”
“Wat bedoel je?”
“Nou gewoon, als je puur kijkt naar de kans dat je een ontmoeting met een willekeurige beer of een willekeurige man overleeft.”
Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen. De spiertjes rondom mijn mond verstrakken.
“Maar daar gaat het dus niet om.”

Hij gaat iets verzitten. “Nou ja, daar gaat die vraag over die beer wel om, toch?”
“Nee”, zeg ik, nu al iets te hard.
“Het gaat erom dat vrouwen de kans groter inschatten dat de beer hen met rust laat. Of dat de beer hen alleen zal doden en niet zal verkrachten of vernederen. En: dat als een beer hen aanvalt, ze achteraf niet te horen krijgen dat ze het hebben verzonnen. Of uitgelokt”
Ik ben nog iets harder gaan praten. Mijn vriend kijkt me doodkalm aan.
“Ja, dat begrijp ik wel”, zegt hij. “Maar als je dus puur zou kijken naar de statistische kans dat je ongeschonden uit een ontmoeting komt met een man of met een beer, is het wel een interessante discussie.”
Ik kijk naar zijn gezicht. Naar zijn ontspannen houding. Zijn luchtige air. De twinkeling in zijn ogen, alsof we samen een leuk gedachte-experiment zijn aangegaan en ik voel de verontwaardiging omhoog komen als een kotsbui die je graag zou willen wegslikken, maar niet langer kan tegenhouden. De stoel maakt een schurend geluid als ik hem naar achteren schuif om op te staan.
“Dit is dus precies waar mijn column over gaat, snap je dat? Voor mannen is dit een soort grappig debatje dat ze denken te kunnen winnen met slimme argumenten en een robbertje kansberekening. Een ‘interessante discussie’.”
In een dramatisch gebaar maak ik met mijn vingers aanhalingstekens in de lucht.
“Maar weet je, voor vrouwen is het helemaal geen ‘interessante discussie’. Voor vrouwen gaat dit over de realiteit waarin ze iedere dag leven. Want, nee, niet alle mannen doen vrouwen kwaad, maar te veel mannen doen dat wel en vrouwen kunnen nooit zeker weten welke het zullen zijn. Ze moeten er altijd op bedacht zijn. Daar zit de angst. Begrijp je dat?”
Ik kijk naar mijn vriend, die nog altijd onbewogen naar me opkijkt. Zijn gezicht neutraal, zijn houding ontspannen.
“Ik ken zelf geen enkele vrouw die geen shit heeft meegemaakt. 1 op de 3 vrouwen wordt ooit slachtoffer van fysiek of seksueel geweld. Catcalling en seksuele intimidatie niet meegerekend. Elk uur worden er vijf vrouwen vermoord door een intieme bekende. Dat is de realiteit. De realiteit waar ook onze dochter mee zal moeten leven.”
“Floor, dat weet ik allemaal heus wel”, zegt hij.
“Nou, maak je dáár dan druk om! In plaats van over een hypothetische vraag over een fucking beer.”
“Dat doe ik ook”, zegt hij, nu zachtjes.
En terwijl ik naar hem kijk, weet ik dat de discussie niet gaat over hem of over mij. Maar over de dynamiek die zich altijd voltrekt als een persoon die persoonlijk door een onderwerp wordt geraakt in gesprek gaat met iemand die van een afstandje naar dat onderwerp kan kijken.
De rest van de ochtend brengen we in stilte door. Elk achter onze eigen laptop. Elk aan onze eigen kant van de keukentafel.
Die middag, als we samen lunchen, schuift hij zijn vinger over tafel naar me toe. Zegt dat zijn reactie misschien wel iets tactvoller had gekund. Ik schuif mijn vingertop tegen die van hem en zeg dat ik graag wat rustiger was gebleven.
Ik meen het. Maar al terwijl ik het zeg, vraag ik me af of ik er ooit toe in staat zal zijn. Met kalme distantie praten over alles wat vrouwen en meisjes in deze wereld te vrezen hebben. Luchtig discussiëren is nu eenmaal gemakkelijker als je leven er niet vanaf hangt.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
