Van je hele lichaam kapot wassen, tot niet meer naar buiten durven. Smetvrees is een continue angst en valt onder een dwangstoornis.
Psychiater Menno Oosterhoff (65) heeft én behandelt dwangstoornissen, zoals smetvrees. Hij schreef er een boek over.

Van je hele lichaam kapot wassen, tot niet meer naar buiten durven. Smetvrees is een continue angst en valt onder een dwangstoornis.
Psychiater Menno Oosterhoff (65) heeft én behandelt dwangstoornissen, zoals smetvrees. Hij schreef er een boek over.
Oosterhoff: “Bij een dwangstoornis is er een onrust die je niet van je af kunt zetten. Smetvrees kent drie vormen: je hebt een angst dat je besmet raakt, je bent bang dat je anderen besmet of je hebt een afkeer waardoor iets niet goed en vies voelt.”
Smetvrees is dus veel meer dan iets onhygiënisch vinden. De angst kan zo ver gaan, dat mensen voortdurend hun handen wassen met bleekwater. “Mensen met smetvrees bijvoorbeeld pakken in de supermarkt het achterste pak melk, omdat ze bang zijn dat het voorste pak te vaak is aangeraakt. Het beheerst voortdurend je leven.”
Met regelmaat ziet Oosterhoff dat zijn patiënten de deur niet uitkomen. Deze personen bezoekt hij aan huis. De totale isolatie is wat de psychiater het heftigst vindt. “Ik zie patiënten die in het gips zaten, omdat hun handen stuk gewassen waren, maar die dit gips kapotslaan om toch te kunnen wassen.”
De meeste dwangstoornissen ontstaan voor je vijftiende en kunnen erfelijk zijn. Oosterhoff heeft een patiënte gehad van een jaar of vijf. “Ze keek continu onder haar schoen omdat ze bang was voor poep. Dit had ze van een van haar ouders”, vertelt Oosterhoff.
De ene dag kan er angst zijn voor hondsdolheid, de andere dag voor radioactief materiaal. “Smetvrees is bij zestig procent van de gevallen chronisch, maar het thema kan wel wisselen.”
Lees ook
Marieke (30) heeft smetvrees en maakt álles (dus ook man en kinderen) schoon
Heb je last van besmettingsvrees, dan verergert dit vaak tijdens corona. Deze mensen zijn bang dat door hun schuld een ouder iemand besmet raakt. “Ik heb patiënten die hun kinderen laten omkleden in de garage. Ze willen niets van buiten naar binnen.”
Oosterhoff denkt niet dat het aantal personen met smetvrees is gestegen tijdens corona. “Als je geen talent hebt voor dwangstoornissen, denk ik niet dat het je van de coronacrisis krijgt. Mensen die er al last van hadden, hebben er, denk ik, wel nog meer last van gekregen.”
“Hoe schoner je bent, hoe gevoeliger je bent voor vuil. Als je dus veel viezigheid weert, wordt je obsessie alleen maar groter. Smetvreespatiënten moeten dus niet streven naar perfecte schoonheid, ze moeten leren om de onzekerheid te verdragen.”
“Ergens heb je zelf door dat het overdreven is en nergens op slaat. Dus mensen zeggen het fijn te vinden dat ‘zelfs een psychiater’ het kan hebben”, vertelt Oosterhoff.
Dwangstoornissen zijn voor Oosterhoff namelijk bekend terrein. Hij heeft zelf sinds zijn zeventiende een dwangstoornis. Het begon voor de psychiater met alles moeten opschrijven in een dagboek. “Als ik iets was vergeten, voelde dit zó vervelend. Het ging de hele dag door: het moest volledig zijn.”
Zijn interesse in de psychiatrie was al voor zijn zeventiende ontstaan, maar dat zijn eigen dwangstoornis meespeelt in zijn beroepskeuze, sluit Oosterhoff niet uit. “Door anderen met een dwangstoornis te helpen, kan ik mijn eigen aandoening op een positieve manier inzetten.”
Door medicatie, die hij zichzelf heeft voorgeschreven, is het veel beter geworden. “Door www.ocdcafeé.nl kan ik lotgenoten spreken, wat altijd helpt. Dit raad ik dan ook iedereen aan”, tipt Oosterhoff.
Lees ook
Inge over haar zoon (11) met een angst- en dwangstoornis: ‘Hij crashte op negenjarige leeftijd’





