Entertainmentjournalist Eric de Munck checkt voor LINDA.NL wekelijks in bij een BN’er. Soms gaat het om goede vrienden, dan weer collega’s… of hebben ze elkaar juist nog nooit ontmoet. Deze week cabaretier Richard Groenendijk (50).
Zijn met jubelende recensies overladen voorstelling Voor Iedereen Beter is in reprise gegaan en daarom nog talloze keren in het hele land te zien. Richard won er óók nog eens de prestigieuze Poelifinario-cabaretprijs mee.
Richard, vers terug van vakantie, hoe enorm was je dáár aan toe?
“Nou we zijn nét twaalf dagen op vakantie geweest en dat was inderdaad echt wel even nodig. Want ik ben enorm veel aan het spelen omdat die COVID-voorstellingen nog steeds niet allemaal zijn ingehaald. Los van de gewone voorstellingen die ook nog geboekt staan, zijn dat soms wel zes shows per week. Dus de Malediven, daar wilden we altijd al een keer naartoe. Maar ja, het is geen Benidorm en echt wel prijzig. Maar toen kregen we te horen dat de zus van een hele goede vriendin van ons was opgegeven en binnen een week overleden en toen dachten we: we gaan gewoon. Want je wordt niet allemaal zestig blijkbaar.”
Het waren jaloersmakende foto’s op Instagram…
“Het is een beetje snorkelen, beetje zwemmen, beetje in de hangmat en dan eens gaan bedenken waar je ’s avonds gaat eten. En we hebben geprobeerd om die telefoons ook echt weg te laten, dat je die prikkels niet hebt. We zagen daar hele gezinnen met z’n allen op die telefoons, daar doe ik zelf ook aan mee hoor. Als je ‘m een keertje vergeet grijp je twintig keer in je zak, ik wil daar echt wel vanaf.”
En je bent nu weer begonnen met werken, hoe snel is alles weer bij het oude?
“Het is echt opvallend hoe het leven hier alles meteen weer op je gooit. Mails met vragen of ik ergens iets uit wil reiken, interviews, ik doe heel veel ook niet. En meteen ook hele praktische dingen: de vrachtwagen moet weer komen en het decor moet naar de theaters toe. Ik produceer mijn eigen theatershows en het is best een grote tour met zalen zoals Carré en ‘t Oude Luxor Theater dus er is gewoon veel om weer over na te denken. Dat is dan tien dagen even weg, maar daarna ook meteen alsof je niet met vakantie bent geweest.”
Ook buiten het theater zien mensen je graag, hoe komt het dat jouw mailbox ontploft met uitnodigingen voor tv-programma’s?
“Ik probeer niet anders te zijn dan ik ben. Dat heb ik wel gedaan twintig jaar geleden toen ik daarmee begon, maar dat is klaar. Als Paul de Leeuw in z’n podcast tegen me zegt: ‘heb je een mopperdag?’ dan ben ik daar eerlijk in. Tegenwoordig ben ik niet zoveel anders dan thuis. Natuurlijk is het een uitvergroting en ben ik thuis iets rustiger, maar ik geloof wel dat hoe dichter je alles bij jezelf houdt, hoe fijner mensen dat vinden. En ik probeer me ook altijd kwetsbaar op te stellen. Zoals met dat eeuwige diëten, dat wil ik juist delen want dat is herkenbaar voor velen. Vooral met beide benen op de grond en niet zoveel poeha.”
Het echt grote succes in je carrière kwam pas later op gang, hoe kijk jij daar -een paar maanden na je vijftigste verjaardag- zelf op terug?
“Ja ik ben een enorme slow-starter. Dat de zalen zo vol zitten zoals nu, dat is eigenlijk pas sinds mijn veertigste. En deze voorstelling helemáál. Er is nu weer een reprise bijgeboekt, dus ik speel deze nu nog door tot februari 2024 en dan heb ik er ruim 270 gedaan. Dan ben ik echt enorm blij en trots dat het publiek er zo van geniet. En is het fijn dat de recensies goed zijn. En ik heb net de Poelifinario gewonnen, een belangrijke cabaretprijs. Daardoor realiseer ik me veel vaker dat alles wat ik vroeger ambieerde een mooie theatercarrière was. Dat is waar mijn hart ligt. En uiteraard heb ik ook enorm veel televisie gedaan, maar theater is mijn grote liefde en is dat mijn taak in het leven. Naarmate ik ouder ben geworden merk ik ook dat ik steeds meer dingen afstoot en me ook vooral richt op theater. Toevallig hadden we deze week een bespreking over de planning van de komende jaren. Dan zeg ik ook: ‘ja ik wil gewoon een nieuwe, mooie voorstelling maken en wat er dan verder nog bijkomt qua televisie of podcasts dan zien we dan wel’, in het theater ligt mijn focus. En in het verleden heb ik misschien wat te veel in verschillende vijvers gevist, maar dat is goed geweest, want daarom sta ik ook waar ik nu sta. Maar ik ben een cabaretier met een theatercarrière, dat is wat ik wil zijn.”
Je speelt een voorstelling anderhalf jaar of nu nog langer zelfs, hoelang blijft het dan fris voor jou?
“Nou ik vind niet dat je een show moet uitmelken, maar je mag echt wel even van het succes genieten. En het lijkt me ook niet goed om ieder jaar met een nieuwe voorstelling te komen. Dat mensen weer uitkijken naar iets nieuws in plaats van dat je een fabriek begint te worden. Zo’n voorstelling maken is -bij mij althans- best een enorm proces. Ik ben nu al bezig met een regisseur over een voorstelling die in het najaar van 2024 of het voorjaar van 2025 pas gaat spelen. Soms zie ik wel eens collega’s die beginnen drie maanden van tevoren, dan denk ik: ‘ja dat zie je er ook aan af, haha’, dus ik geloof heel erg in hard en lang werken. Mijn ouders heb ik met beide handen twee huizen zien bouwen en dat zijn ontzettend harde werkers, dus dat heb ik absoluut van ze meegekregen. Eigenlijk is een goede voorstelling maken hetzelfde als een mooi huis bouwen. Solide fundering en materialen, je schaaft iets bij, beslist of die ene kamer toch doorgetrokken gaat worden. En zo voelt het voor mij ook echt en dat geeft me ook rust.”
Iets anders: je hebt puzzelaars en je hebt jou en je moeder. Een 3D Eiffeltoren, moeilijke puzzels van LEGO, je deelt het smakelijk op je Insta. Hoe belangrijk is de band met je ouders en dan speciaal je moeder?
“Ja ik houd ontzettend veel van mijn ouders, maar mijn moeder daar ben ik uitgekomen dus heb een enorm dikke band met haar. Ze is 73 geworden in januari en ze ziet er nog enorm fris uit en ze golft nog zes keer per week, dus ik ben uiteraard enorm blij dat ik ze allebei nog heb. Maar ik denk er wel vaak over na, van hoe lang gaat het nog zijn? Tien of vijftien jaar. Ik zeg zelf altijd dat ik het niet zou overleven als ze er niet meer is, maar dan zegt zij weer dat ik best verdrietig mag zijn, maar ook gewoon doorga. Dus ik denk dat als er iets met ze zou gebeuren dat het ook hun normen en waarden zijn die me er dan doorheen zouden trekken. Maar het is wel een schikbeeld voor mij, dat vind ik echt bijna niet te verteren. Ik vind het vooral bijzonder hoe enorm goede band ik nog met ze heb. Ik fiets veel met mijn vader en in de winter met slecht weer maak ik die vreselijke legpuzzels met mijn moeder.”
Het klinkt alsof dat soort dingen je juist enorm veel rust geven, is dat ook zo?
“Toevallig had ik het er laatst nog over met mijn man Marko. Mijn werk klopt en ik vind het fantastisch, maar ik ben toch op mijn meest gelukkig met het kleine. Dus met mijn vader op de fiets, met m’n moeder puzzelen of met Marko op de bank in ons vakantiehuisje. Want dat je werk je volledige identiteit bepaalt, dat zie ik helaas bij veel collega’s. En dat je ook privé met die collega’s groots en meeslepend van feest naar feest moet. Ik heb lang gedacht dat het leven zo was, tot ik twaalf jaar geleden Marko leerde kennen. Maar zo werkt het niet en ben enorm blij dat ik dat op tijd heb aangevoeld.”
Je agenda puilt al uit, maar toch ga je ook weer met Jopie Parlevliet aan de haal. Die is te boeken voor feesten en partijen, niet?
“Nou ook zoiets, daar heb ik natuurlijk helemaal geen tijd voor. Want voordat ik Jopie ben zijn we al twee uur verder. En ik moet met zes man op pad. Want ik neem de Zusjes van Wanrooy met hun accordeons mee. Plus de tourmanager die de boel moet rijden. een technicus. En een visagiste. Dus wat we eigenlijk willen is een aantal keer een grote show doen. Een bedrijfsfeest of de show van Fred van Leer in Ahoy, zoiets. Jopie is voor mij een enorme guilty pleasure en het lijkt me gewoon enorm leuk om te doen. Maar het is dus geen tournee. Géén tournee. Krijg namelijk al heel veel vragen waar mensen kaartjes kunnen kopen, maar dat is het dus níet. Gewoon af en toe, voor de lol. En wat ik sowieso zeker weet is dat ik nooit meer terugkeer naar televisie met Jopie. Er was onlangs een producent die het idee had om Jopie nieuw leven in te blazen met een tv-programma, maar ik wil haar gewoon een beetje voor mezelf houden. Jopie gedijt namelijk het beste met teksten als: ‘houd je opgespoten teringbek nou eens pleuriswijf’, dat is Jopie. Maar ja, dat kon op televisie allemaal niet. Dus hoe graag mensen dat misschien ook zouden willen op televisie, ik moet het laten bij schnabbelen vind ik.”
Tot slot één ding dat ik nog van je moet weten voor ik je laat gaan… Wat denk jij van de Nederlandse Songfestival-inzending, Mia en Dion?
“Ik heb het echt net gehoord, half uurtje geleden moet ik eerlijk zeggen. Maar wat ik vind, tsja. Nou toen Duncan net uitkwam dacht ik serieus: ‘we halen de finale niet eens’, dus ik denk dat dit iets is wat je moet zien op het podium. Veel mensen noemen het nummer mega depressief, maar dat zeiden we bij Duncan ook. En bij Ilse en Waylon ook. Het is gewoon een prachtig nummer, hoewel ik denk dat Zweden en Finland dit jaar hele goede kansen maken.”
