Ik zwiep vrolijk de deur van het restaurant open en steek mijn hand op naar de heer die voldoet aan de beschrijving die ik heb meegekregen: rond de vijftig, slank en een bril met breed montuur.
“Thomas”, zegt hij met guitige ogen. “Ga zitten, wat wil je drinken?” Hij knipt rustig met zijn vingers. Ik krijg een menukaart in mijn handen gedrukt en maak het me gemakkelijk. We proosten op een leuke avond.