Eva * (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: de man die zich al iets te veel op zijn gemak voelt.

Oude vrienden, die elkaar weer tegenkomen op social media. ‘Wordt het niet een keer tijd voor een échte date?’, stelt hij voor. Waarom niet, denk ik dan. Ik kon altijd erg met hem lachen. Dat zal toch nog steeds zo zijn?
Hij loopt op mij af en ik herken de grote glimlach op zijn gezicht meteen. In werkelijkheid hebben we elkaar jaren niet gezien, maar het voelt als de dag van gisteren. Dat cliché.
Na een paar drankjes word ik nieuwsgierig. Hoe zal het zijn om met hem te zoenen? Zou ik het dan voelen, diep vanbinnen? Die kriebels, waar iedereen naar op zoek is. Het ideale plaatje. Het verhaal waarin de vonk – na een jeugdige vriendschap – jaren later tóch overspringt. Ik zie het al helemaal voor me.
Maar wanneer onze lippen elkaar – bij mij thuis op de bank – aanraken, voel ik enkel dat. Zin om te zoenen. Verliefdheid moet soms groeien, denk ik nog met het ideale plaatje in mijn achterhoofd.
Toch?

Hij is die avond met de trein, maar heeft de laatste net gemist. Of ik het goed vind dat hij bij mij blijft slapen, vraagt hij niet. Ondertussen praat ik het goed voor hem. Ik had zelf natuurlijk ook even naar de treintijden kunnen kijken. Natuurlijk laat ik een oude vriend niet op straat staan.
De bank, daar kan hij liggen. Maar toch kruipt hij die nacht bij mij in bed en hebben we seks. Niet meer, niet minder.
Als de volgende ochtend de wekker gaat, hoor ik enkel gekreun van zijn kant. Ik moet werken en laat hem – na een korte aarzeling – nog even liggen. Hij zal zo wel komen, denk ik nog. En dan gaat hij naar huis, want hij weet dat ik moet werken. Dat snapt hij wel.

Maar drie uur later ligt hij nog steeds te ronken. In míj́n bed. Ik open de deur en stap met opzettelijk veel kabaal naar binnen, maar hij blijft roerloos liggen. Het ongemak: mijn huis wordt langzaamaan overgenomen door een vreemde.
Nog zo’n twee uur later hoor ik geluid en daar staat hij dan. In zijn boxershort, in het midden van mijn woonkamer. Door mijn hoofd gaat er op dat moment nog maar een enkele gedachte: kleren aan en gaan. Naar huis, álsjeblieft. Maar ik durf het niet hardop uit te spreken, bang om hem te kwetsen.
De man in kwestie heeft niks door en vraagt of er ook ontbijt is. Koffie lust hij ook wel, maar eerst even douchen, zegt-ie. Ik ga op zoek naar eten en houd hem een halfuur later mijn veel te dure yoghurt voor. “Heb je geen eieren, met spek of zo?”, is zijn antwoord.
Ik smijt de yoghurt in een bak en zeg dat dit het is. Maar hij wil meer, en komt achter mij staan om de hele beker in één keer leeg te lepelen. Wanneer het tijd wordt voor mijn lunch, eet ook hij nog een hapje mee.

“Ik moet nu echt even verder”, antwoord ik. Maar hij blijft zitten en begint een sterk verhaal. De grappen waar ik gisteren nog zo hard om moest lachen, beginnen mij te irriteren. ‘Ja, ja’, knik ik. “Precies, leuk. Maar ik moet even deze mail beantwoorden”, zucht ik net iets harder. In gedachten klap ik de laptop dicht, met mijn hoofd er nog tussen.
De vriend uit het verleden loopt naar mijn koffiemachine zonder zijn verhaal te onderbreken en zet een tweede bakje pleur. Dat ik hier toch zo prachtig woon, gaat hij verder. Het valt mij op dat hij mij nog geen enkele vraag heeft gesteld. Knikkend reageer ik, maar hij ziet het niet eens.
Mijn werkdag zit er voor mijn gevoel al op, wanneer hij eindelijk richting de voordeur verdwijnt. “Ik moest maar eens gaan”, zegt hij opgewekt terwijl hij zich nog eens uitstrekt. “Was leuk hè.” Ik ben te verbijsterd om eerlijk te antwoorden en mompel een ja, terwijl ik mijn vriend van vroeger zoek in zijn blik. “Maar zoals ik zei, ik moet nu écht even verder met mijn werk.”
Hij stapt naar buiten, zwaait en ik haal adem. Mijn huis is weer van mij.
* Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Dit artikel verscheen eerder op deze site in november 2023.
