Als je ouders sterven, ben je wees. En ook als je allang volwassen bent, is dat een hard gelag.
Ik kan me het geluid nog goed herinneren. Het was een soort oerkreet. Hij kwam uit haar tenen en galmde door de woonkamer. Daar zaten mijn broertje en ik op de bank, stilletjes tegen elkaar aan geschoven. Met grote ogen keken we naar onze moeder. Die we – voor zover wij ons als jonge tieners konden herinneren – voor het eerst in ons leven zagen huilen.