Nazmiye Oral, bekend als actrice, schrijfster én spreker, voegt nu ook een nieuwe titel toe aan haar CV: columnist voor LINDA.
In haar columns Levenslessen van Nazmiye deelt ze haar inzichten over zelfliefde en persoonlijke groei.
Nazmiye Oral, bekend als actrice, schrijfster én spreker, voegt nu ook een nieuwe titel toe aan haar CV: columnist voor LINDA.
In haar columns Levenslessen van Nazmiye deelt ze haar inzichten over zelfliefde en persoonlijke groei.
Ik weet niet wanneer ik ervan overtuigd raakte dat ik een sterke vrouw moest zijn. Rond mijn 19e, besloot ik dat ik de wereld wilde veroveren. Er was alleen één probleem: om dat te kunnen doen vond ik dat je zelfverzekerd moest zijn, en ik was verlegen en introvert. Maar daar wist ik wel iets op: ‘fake it till you make it.’
Dat was wat ik zou doen. Ik besloot rechtop te lopen. Nooit mijn angst te laten zien. Stoer te kijken. Kin iets omhoog. En een blik van ‘wie doet me wat.’ Het werd mijn tweede natuur tot ik niet meer beter wist. Ik was zeer gemotiveerd om mijzelf een nieuwe identiteit aan te meten omdat ik verloofd was met een jongen die ik niet wilde. Dat hij mij na school stond op te wachten met een pistool had ik aan niemand verteld.
Hij kon zich kennelijk niet voorstellen dat ik hem niet wilde en was ervan overtuigd dat ik een ander vriendje had. “Het voelde alsof iemand kokend heet water over mijn hoofd gooide”, vertelde hij later vol berouw. “Ik was ervan overtuigd dat er iemand anders was. Ik zat in de auto met het pistool in de aanslag. Maar daar kwam jij de klas uit. Met je vriendin.” Ik luisterde ogenschijnlijk onaangedaan. Uren later. Bij hem thuis. Mijn gedachten gingen alle kanten op en ik realiseerde me waarom hij mij dit vertelde. Het was geen berouw. Geen poging tot naderbij komen. Het was een waarschuwing. “Pas op dat je mij niet bedondert of anders..” Terwijl ik hem troostte, ja je leest het goed, groeide mijn motivatie om uit deze shitshow te komen nog meer.
En dus werd ik degene die ik moest zijn om het gevecht te leveren die ik moest leveren en het leven te krijgen dat ik wilde. Ik stond bevroren, zonder gezichtsuitdrukking en ongenaakbaar tegenover mijn huilende moeder die wanhopig jammerde omdat ze me niet kon bereiken en voelde dat ik tussen haar vingers door glipte. Ik had haar het liefst willen omhelzen, maar ik wist dat ik me geen enkele zwakte kon veroorloven en dus bleef ik ongenaakbaar. Ik bleef ongenaakbaar naast de verloofde in de auto toen ik het eindelijk kon uitmaken en hij gebroken en huilend zijn nederlaag moest erkennen en mij moest laten gaan. Ongemerkt werd ik steeds meer en meer ‘een sterke vrouw.’
Ik bleef ongenaakbaar toen ik in Arnhem op kamers ging voor de kunstacademie en zeven dagen per week uitging omdat ik niet alleen durfde te zijn. Nippend aan een glas water, ongenaakbaar en stoer, kijken naar de mensen die dansen. Moederziel alleen. Ik bleef ongenaakbaar toen mijn vader plots overleed en er roddels de ronde deden in de Turkse gemeenschap dat ik zijn dood had veroorzaakt omdat ik een vriendje had en abortus had gepleegd en mijn vader had kapotgemaakt.
Ik bleef koel en sterk toen ik daadwerkelijk een abortus onderging omdat ik zonder te trouwen zwanger was geraakt en ook al zou ik met deze man trouwen, de zwangerschap was te snel en ik wilde mijn moeders fragiele goede naam niet te schande maken. Toen ik ging scheiden was ik sterk. Ik tekende met alle liefde al mijn rechten weg voor mijn vrijheid, ontwikkelde een angst om er niet te zijn als mijn kinderen iets overkomt, maar boven alles was ik sterk en ongenaakbaar. Ik kon alles. En in elk interview werd ik geroemd om mijn kracht. Want in onze maatschappij is de sterke vrouw gewenst, gewild en bad ass. Ongemerkt worden we gegroomd om sterk te zijn. Suck it up. Be a ceo. Wees knap, geen zeikwijf, stoer, carrièrevrouw, femme fatale en moeder in een. No nonsense, dan heb je het gemaakt.
Tot alles in mij zei: tot hier en niet verder. Het begon onopvallend. Ik kreeg last van overprikkeling en al vrij snel angst. Een hoge trap deed mij duizelen. Een grote mensenmenigte zoog al mijn energie weg. Tot ik niets meer kon. Zelfs niet alleen naar de supermarkt. Ik was totaal overspannen. Ik kon het me niet veroorloven om niet te werken. Want niet werken betekende geen geld. Hoe vaak ik wel niet tussen de mensenmenigte heb gedacht dat ik gek zou worden. Hoe vaak ik wel niet mijn bank heb gebeld om te kijken hoeveel geld er op mijn rekening stond. Het antwoord was vaak iets in de trant van twee euro en zesendertig cent. Ik lachte erom. Wat kon ik anders? Want mijn leven was een echte shit-show.
Eén ding wist ik wel, intuïtief. Ik was aan het overleven met mijn sterke vrouw-act. Ik zat alleen maar in mijn hoofd. En deze overspannenheid was mijn lichaam die zei: “Klaar nu. Openbreken die handel en afdalen naar je hart. Het is tijd om te stoppen met overleven en te beginnen met LEVEN.” Het was een lange, doodenge en moeizame weg. En ik kan zeggen dat ik er minimaal vijftien jaar over heb gedaan om mijn kwetsbaarheid toe te laten. Omdat kwetsbaarheid alles te maken heeft met toelaten wat jij bent. All of it.
Bij het woord kwetsbaar smolten mijn handen en voeten weg. En werd ik onhandig. Ik wist letterlijk niet hoe. Wat ooit mijn bevrijding had moeten worden was inmiddels mijn gevangenis. Een muur van ongenaakbaarheid. Door alles te onderdrukken wat ik voelde wist ik haast niet meer wie ik was. Liet ik dingen toe die over mijn grenzen gingen terwijl ik doorging voor sterke vrouw. Trok ik even emotioneel onbeschikbaar mensen aan als mijzelf. En omdat ik alle gevoelens onderdrukte was ik bang dat als ik ook maar iets van gevoelens zou toelaten ik zou ontploffen.
Maar juist dat laatste, beetje bij beetje voelen en alles toelaten, bleek het wondermiddel. Mijn lichaam was niet voor niets overspannen. Het had alles vastgehouden en opgeslagen en was nu tegen me aan het schreeuwen. Stukje bij beetje durfde ik te voelen. En bleek ik niet meteen dood te gaan. Eerst doorvoelde ik wat er in het nu was. En daarna wat heel diep verborgen lag. En nog steeds is niet alles doorvoeld en dat is prima.
Maar één ding laat ik me niet meer aanpraten: niet meer door mijzelf en niet meer door de maatschappij. Dat ik altijd sterk moet zijn. Dat ik alles alleen moet kunnen. Dat ik alles moet weten. Ik ben messy en weifelend. Kwetsbaar en chaotisch. Ik ben echt. I faked it en I made it. Heel anders dan ik dacht.
Nazmiye Oral (55) is actrice, schrijver, theatermaker en nu ook columnist voor LINDA. Ze is medeoprichter van Zina, een theaterinitiatief gericht op lokale buurtprojecten door heel Nederland. In 2011 kwam haar debuutroman Zehra uit, waarvoor zij genomineerd werd voor de E. du Perronprijs.
Ook is Nazmiye bekend van haar rollen in onder andere Undercover, In Vrijheid en Moordvrouw.
Lees hier nog meer columns.