Kinderen grootbrengen is één ding. Ze loslaten? Een heel ander verhaal. Jurgen (51) – filmmaker, vader en onze nieuwe columnist – neemt je mee in het avontuur van het uitvliegen. Met humor, verwondering en een tikje weemoed.
Mijn telefoon trilt. Net na de uitzending, we zitten met vijf collega’s in het bedrijfsrestaurant. “Deze moet ik even nemen, sorry”, zeg ik, en sta op. Mijn dochter belt. Sinds ze op kamers woont, is dat standaard met video. Even wennen — ik houd de telefoon nog te vaak bij mijn oor. Op het scherm zie ik een plafond dat ik niet ken. “Hey pap”, klinkt het, maar ik zie alleen witte schrootjes. “Mag een beha bij zwarte strings, en op hoeveel graden moet dat dan?” Haar stem galmt door het halflege restaurant.
“Welke kleur is die beha”, vraag ik gedempt. “Panterprint”, klinkt het opgewekt. Precies op dat moment lopen nieuwe eters binnen. Ik knik ze vriendelijk toe. “Ja hoor, kan wel. Doe maar op zestig graden”, zeg ik quasi-nonchalant.
Bart Chabot: 'We staan nu dichter bij elkaar, ik vind onze relatie beter dan ooit'
Dan verschijnt haar hoofd in beeld – gehaast, verhit. De telefoon ligt op de wasmachine. Vandaar dat ik meekijk vanuit kikvorsperspectief. “En er komt allemaal schuim uit dat ding”, roept ze en verdwijnt weer uit beeld.
Ik word opgepakt en beland op de wasmand, precies voor de opening van de machine. Ondergoed vliegt over me heen de trommel in. “Je huisgenoot gebruikt teveel waspoeder”, zeg ik. “Dan gaat het schuimen.” Klinkt wijs. Ervaringsdeskundige, nietwaar? Het deurtje klapt dicht. “Zwart wasmiddel of kleur?” “Doe maar zwart, meissie”, adviseer ik. “Bedankt pap!” Ze grijpt haar telefoon. Een snelle love you, en weg is ze weer. Natuurlijk – het is dinsdag.
Ik loop terug naar tafel. “Mogen beha’s op zestig graden in de was?” vraag ik in de groep. “Ik was ze altijd op dertig”, zegt iemand die het kan weten. “Zestig is te heet, dan krimpt het.” Ik knik, neem een hap. Shit.
'Twintig jaar lang stond mijn leven in het teken van de kinderen en dan, poef, zijn ze weg'
Even terug naar mei. De start van ons jachtseizoen: een kamer in Enschede. Kamernet.nl is the place to be. Mijn dochter wil op kamers. Zó graag, dat ik nu zoek. Zelf heeft ze het “even te druk”. Want “het is pas mei” en “ik regel het zelf wel.” Ik typ Enschede in de zoekbalk. Leuk dit, net als Funda. Binnenkijken bij anderen – niet omdat je wil verhuizen, maar uit nieuwsgierigheid. Inspiratie opdoen. Of per ongeluk je droomhuis tegenkomen. Fundasurfen? Nu Kamernetten. Minstens zo verslavend.
Er staan 26 kamers in het centrum op mijn scherm. Anders dan op Funda: hier bijna geen foto’s van kamers, alleen groepsfoto’s van bewoners. In cafés, op terrassen, soms op vakantie. Altijd met een biertje in de hand. Ze doen alles samen: eten, borrelen, datenights, spelletjesavonden. Op Kamernet huur je niet alleen een kamer – je krijgt er een familie bij.
Onder de foto’s de teksten: ‘Kruipend naar je kamer!’ ‘Op koprolafstand van de Oude Markt.’ ‘Vier sterren zoeken een vijfde.’ ‘Gemengd huis met bar, bios én schoonmaakster zoekt 9e bewoner.’ En mijn favoriet: ‘Studeren is enigszins belangrijk – in ons huis is daar begrip voor.’
De prijzen zijn bizar laag. Hartje stad voor nog geen driehonderd euro per maand. Dikke plus voor Enschede. Dan staat mijn dochter achter me. Ze kijkt mee, blik op scherp. “Dat is echt hélemaal niks, pap.” “Die zijn oké.” “Dat haar!” “Haha, die kleding – nee. Die zeker niet. Ja, dié wel!” In nog geen kwartier hebben we negen serieuze kanshebbers. Ik betaal het lidmaatschapsgeld – anders kun je geen bericht sturen, blijkt. Zij knalt ondertussen een motivatietekst in elkaar. Versturen. Daar vliegen de sollicitaties richting Twente.
Afwachten geblazen.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
'Een kamer vinden dáár is net zo waarschijnlijk als de hoofdprijs winnen in de Postcodeloterij'





















