Kawita (56) werd in 2015 geconfronteerd met borstkanker. In de serie ‘Kankermonologen‘ van LINDA.tv deelde ze haar verhaal en vertelde ze over de klappen die haar lichaam incasseerde.
We belden Kawita om te vragen hoe het nu met haar gaat.
Kawita (56) werd in 2015 geconfronteerd met borstkanker. In de serie ‘Kankermonologen‘ van LINDA.tv deelde ze haar verhaal en vertelde ze over de klappen die haar lichaam incasseerde.
We belden Kawita om te vragen hoe het nu met haar gaat.
Kawita: “Normaal slik je vijf tot zeven jaar hormoonmedicijnen, maar ik moet het blijven slikken tot mijn 75ste. Dat is in principe de leeftijd dat men stopt met kankerbehandelingen. Die medicijnen hebben allerlei gevolgen. Althans, dat dénk ik. Soms heb ik klachten waarbij ik niet weet wat nu de oorzaak is: mijn leeftijd, de nawerking van kanker of de bijwerkingen van de medicatie. Het is heel moeilijk om daar achter te komen.”
“De hormoonmedicijnen die ik slik bevatten een anti-oestrogeen: alles wat vrouwelijk is wordt minder gemaakt. Je krijgt als het ware extra testosteron; haar op plekken waar je het niet wil hebben, haarverlies op plekken waar je wél haar wilt. Daarnaast heb ik last van spierpijn, hoofdpijn en vermoeidheid. Het doet in veel opzichten denken aan griepverschijnselen. Ik raak heel snel vermoeid, dus ik moet mijn dag en week goed doseren. Ik weet zeker dat ik na twee actieve dagen een throwback krijg en veel moet slapen.”
“Ik heb al eens eerder gezegd dat voeding heel belangrijk is voor het herstel. Ik ben me bewust van de producten die ik beter niet kan eten. Suikers, bijvoorbeeld. Al zou ieder gezond mens die moeten laten staan. Je voelt je er zowel fysiek als mentaal minder door. Ik drink ook niet te veel alcohol en eet wat minder vlees. Ik let er zo veel mogelijk op. Soms vind ik dat lastig. Dan denk ik: ach, wat kan het me ook schelen?”
“Mijn beste gesprekspartner is en blijft mijn man John. Met hem kan ik over alles praten, er is veel begrip over en weer. Met een lotgenotengroep heb ik minder, ik word er soms ongeduldig van. Met vrienden praten kan fijn zijn, maar als het vrienden zijn die in hun omgeving nooit te maken hebben gehad met kanker, is het lastig. Ze kennen het niet, weten niet hoe het is. Voor hen zijn die late gevolgen van kanker of medicatie lastig te begrijpen.”
“Psychisch is er ook wat veranderd. Soms kan ik niet op de juiste woorden komen in een gesprek. Dat kan in gezelschap moeilijk zijn, als ik zoek naar het woord wat ik wil zeggen. Dan ga ik er andere dingen bij associëren, waardoor mensen er nog minder van begrijpen. Ik word ook snel boos, sneller dan vroeger. Mijn stressdrempel ligt bovendien lager. Waar het precies mee te maken heeft weet ik niet. Ik heb me jaren sterk moeten houden om de kanker te overleven. Ben ik dat gevoel nu kwijt, word ik daardoor sneller boos? Het is een beetje het verhaal van de kip en het ei. Wat veroorzaakt wat? Het kan mijn leeftijd zijn, het kan het gevolg van kanker zijn, maar ook door de medicijnen komen.”
Lees ook
Zo gaat het nu met Katja, die paniekaanvallen kreeg nadat ze genas van kanker
“Ik heb naast John gelukkig ook een heel lieve dochter. Zij luistert goed naar me en let ook op me. Ze zegt het als ik moet gaan slapen. Ik vind het erg als ik situaties hoor van andere vrouwen die weinig begrip krijgen van hun gezin of familieleden. Het is zo belangrijk om in een liefdevolle omgeving te werken aan je herstel. En die heb ik.”
Bekijk de aflevering van Kankermonologen met Kawita hieronder: