Carolina Pruis was al jaren niet gelukkig in haar werkleven. Maar ze gooide het roer pas na het overlijden van haar vader om. Over die ervaring heeft ze een boek geschreven.
Happy in je werk, waarin ze tips geeft voor alle anderen die niet gelukkig zijn op de werkvloer, is vanaf morgen te koop. Wij spraken Carolina (57) alvast.
Je bent interim-directeur in de mediawereld: dat is geen beroerde baan.
“Dat is het ook niet, maar hij maakte me wel ongelukkig. Ik was vooral bezig met het doorvoeren van reorganisaties en dus ook mensen ontslaan. Vrij ingrijpende zaken.”
Besefte je voor het overlijden van je vader niet hoe ongelukkig je was, of wist je dat wel en stopte je het weg?
“Ik wist al langer dat ik niet gelukkig was, maar ik dacht: ik zal het er toch mee moeten doen. Mijn vaders overlijden was een wake-upcall om in actie te komen. Ik realiseerde me: het leven gaat zo snel voorbij, ik wil het niet verdoen met dingen waar ik ongelukkig van word.”
Gooide je het roer meteen om?
“Dat kwam eigenlijk pas enkele maanden later. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de werkvloer stond te schreeuwen tegen de financieel directeur van het bedrijf waar ik op dat moment werkzaam was. In de dertig jaar daarvoor had ik mijn zelfbeheersing nog nooit verloren. Toen ik daar over nadacht, besefte ik hoe verdrietig en vooral gefrustreerd ik was. En dat ik zo niet verder wilde.”
Wat heb je toen gedaan?
“Allereerst goed nadenken wat ik wil. Dat is geen gemakkelijke vraag; ik wist het niet meteen, net als veel mensen. Ik begon een flow-dagboek bij te houden waarin ik schreef waar ik energie van kreeg en waarvan niet. Daaruit kwam een bepaald patroon naar voren. Toen was de vraag: nu ik weet waar ik wél happy van word, hoe kan ik er dan voor zorgen dat ik me op die dingen richt?”
Je kunt toch niet zomaar stoppen met de dingen die je niet leuk vindt?
“Nee, je kunt niet alle situaties uit de weg gaan waar je niet gelukkig van wordt. Je kunt ze wél door een andere bril bekijken. Ik kwam regelmatig balend thuis: ‘Ik heb zo’n rotdag gehad!’. Maar waren echt ál die tien uur op kantoor rot? Nee. Het is belangrijk om genuanceerd naar dingen te kijken. Als je beseft dat niet de hele dag uit rotactiviteiten bestond, wegen de dingen die wél rot waren minder zwaar.”
Lees ook
Collega’s: vrienden of vijanden? ‘Veel jaloezie en ergernissen op de werkvloer’
Liefst zeventig procent van de werkenden in Nederland heeft geen plezier in het werk. Hoe kan dat denk je?
“En dan doen we het nog relatief goed, hè. In Duitsland is het 85 procent. Ik denk dat veel mensen niet doen wat ze eigenlijk het liefste hadden gedaan, maar de meeste mensen geven aan dat de slechte relatie met hun baas de oorzaak is. Dat kan komen doordat die baas een slechte leider is of doordat de werknemer moeite heeft met hiërarchie.”
Hoe kan dat percentage bij onze oosterburen zoveel hoger liggen?
“We hebben in Nederland een egalitaire arbeidscultuur, waarin we als werknemer veel autonomie hebben. Dat is vrij bepalend voor je geluk in je werk. Als je al je werkzaamheden precies voorgeschreven krijgt en je baas bij álles op je vingers kijkt, werkt dat minder fijn.”
Uitgaande van die zeventig procent is er een grote kans dat veel mensen die dit interview lezen niet blij zijn met hun baan. Wat is het belangrijkste advies dat je hen kan geven?
“Kom in actie. Als je denkt dat het wel overwaait: dat is niet zo. Begin met zelfonderzoek: wie ben je, wat kun je en wat wil je? Als je dat niet weet, hoe weet je dan wat voor werk jou gelukkig maakt? Praat ook met anderen: hoe zien zij jou, wat vinden zij jouw sterke kanten?”
Kun je van je zwakke kanten niet nog meer leren?
“Die zijn ook heel belangrijk. Ik heb mijn eigen ‘flops’ geanalyseerd voor dit boek. Uit dingen die niet goed zijn gegaan, kun je veel leren. Daar liggen ook de grootste kansen op verbetering en groei.”
Jij bent nog steeds interim-directeur. Waarom maakt je werk je nu wel blij?
“Het gaat nu heel goed, ik weet wat me gelukkig maakt. Het overdragen van mijn kennis, bijvoorbeeld. Daarom heb ik dit boek geschreven en ga ik workshops rond ‘werkgeluk’ geven. En ik neem alleen nog opdrachten aan waarin ik niet hoef te reorganiseren of mensen moet ontslaan.”
Lees ook
Columnist Sofie van den Enk voelt ‘schizofrene spagaat’ tussen kinderen en werk
Waar loop je wel nog tegen op?
“Je houdt altijd dingen waar je tegenop loopt. Bij mij is dat mijn ongeduld. Vrijwel altijd als ik gefrustreerd ben, kom ik tot de conclusie dat het te maken heeft met mijn eigen onvermogen om geduld op te brengen. Ik delegeer veel en heb gauw de neiging een taak ‘zelf wel te doen’ als het niet snel genoeg gaat, of niet op mijn manier. Dat is het slechtste wat ik kan doen. Want ik bezorg mezelf niet alleen veel werk, ik straal ook uit dat ik mijn werknemer niet vertrouw. Bovendien: of ik het écht beter kan doen, is maar de vraag.”
Happy in je werk is vanaf morgen te koop en hier alvast te bestellen.



















