Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl om de week iemand het vuur na aan de schenen. Deze week presentatrice, zangeres en actrice Evi Hanssen (46) aan de beurt. Haar eerste roman ‘Land van Dochters’ is zojuist verschenen.
Je roman ‘Land van Dochters’ speelt zich af op een eiland waar vrouwen aan de macht zijn. Mannen doen fysiek werk, vrouwen het denkwerk. Mannen hebben er sinds tien jaar wel stemrecht, maar er zit nog geen man in de regering, ‘want ze zijn nou eenmaal onberekenbaar en agressief’. Heb je veel plezier gehad in het omdraaien van alle absurde mannelijke ideeën over vrouwen?
“Ik wilde voor mezelf in elk geval onderzoeken hoe een maatschappij zou zijn die is opgericht door en voor vrouwen. En aangezien je niet de geschiedenis kunt uitwissen, zag ik als de enige mogelijkheid om mijn eigen vraag te beantwoorden: door een fictieboek te schrijven. Ik wou er ook een moord in laten gebeuren. Dus ik wilde én een eigen maatschappij creëren, én een moord, én die moest dan nog ook nog eens worden opgelost in die andere maatschappij. Ik heb zelf wel soms gedacht: oké, waar gaat dit naartoe?”
Waarom wilde je per se een moord erin?
“Als je alleen maar gaat beschrijven hoe een vrouwenmaatschappij er zou uitzien en hoe die zou functioneren, dan zit je een soort van stadsgids te schrijven, of een feministisch pamflet of zo. Het oplossen van een moord leert volgens mij veel over een maatschappij. En het gaf mij ook de mogelijkheid om een maatschappij die op het eerste gezicht een utopie lijkt en waar alles vredig verloopt, toch een scherp kantje te geven. Want als er een moord gebeurt in een maatschappij waarin nooit criminaliteit is, dan is daar kennelijk toch meer aan de hand.”
Een van de grappigste passages is die waarin de mannen op dat eiland waarop geen enkele criminaliteit bestaat, toch op nachtpatrouille willen. Omdat ze ‘een doel nodig hadden’. ‘Zeker als ze eenmaal voorbij de vijftig waren en zich door hun leeftijd en fysieke achteruitgang overbodig voelden worden.’
“Ik denk echt dat dat heel vaak het geval is bij mannen. Dat ze vinden dat ze dingen moeten doén om hun haantjesgedrag te tonen. Dat ze ons, vrouwen, moeten beschermen, in welke vorm dan ook, en dat dat heel belangrijk voor ze is. Voor mij zit de omkering ook in het feit dat vrouwen van boven de 50 in onze maatschappij worden opgegeven. En dat komt door de verandering in hun hormonen. Dus vond ik heel leuk om te experimenteren met het geven van dat gevoel aan mánnen.
Bij vrouwen is het nu ‘je bent niet meer vruchtbaar’. Maar bij mannen is het dan ‘je bent niet meer zo sterk, en je zaad gaat toch wel achteruit’. Welk gevoel van eigenwaarde vind je dan nog, als je jezelf overbodig gemaakt voelt? Precies wat met vrouwen gebeurt, terwijl je als vrouw na je 50ste nog heel veel belangrijke dingen kunt doen. Alleen líjken die belangrijke dingen in onze maatschappij minder belangrijk, omdat wij in een maatschappij leven die door mannen is opgebouwd.
En geen misverstand, hè: ik verwijt mannen niks. Ik hou van mannen. Maar ik kan niet ontkennen dat het leuk was om in mijn boek mannen van vijftig zich nou eens verloren te laten voelen, zonder geldige reden. Want het verliezen van je spierkracht is geen geldige redenen.”
Ook jongens leren op het eiland over de vrouwelijke cyclus en over seks. ‘Dat een bevredigend seksleven een bron van geluk en energie is. Maar dat dit altijd op initiatief van de vrouw hoorde te gebeurden.’ Wat zou er volgens jou gebeuren als dit laatste ook in de werkelijkheid de regel zou worden?
“Dan heb je heel zelfverzekerde vrouwen die nooit bang zijn. Nooit meer angst dat iemand over je fysieke grenzen heen gaat. Nooit meer het idee dat je als meisje toch moet oppassen voor seks. Want je kan zwanger worden en je dient je ook niet te sletterig gedragen, terwijl je het wél moet ontdekken, terwijl je er niks over krijgt geleerd. Ook voor een vrijgevochten vrouw die seksueel goed in haar vel zit, zoals ik zelf, bleek het bevrijdend om daar over na te denken en te schrijven.”
Merk je tot nu toe al dat mannen anders reageren op je boek dan vrouwen?
“In mijn boek hebben mannen de zorgtaken. Ze moeten zorgen voor de kinderen, zorgen dat alles thuis loopt, dat de tafel is gedekt en de keuken opgeruimd. Ik vind het heel verrassend dat een paar mannen in mijn omgeving dat blijken te ervaren als een vorm van onderdrukking, terwijl ik zo helemaal niet bedoelde. En, ook grappig: ik merk dat mannen na een tijdje zeggen: ‘Nu mag er wel iets gebeuren’. Terwijl vrouwen het boek op dat punt al heel spannend vinden. Voor mannen is de definitie van ‘iets gebeuren’ duidelijk: iets gruwelijks.”
Voor muziekzender TMF heb je vele wereldsterren geïnterviewd, van Justin Timberlake tot Lenny Kravitz. Welke is je het meest bijgebleven?
“Dat zal Lenny Kravitz zijn, ook omdat ik hem bij hem thuis interviewde, in zijn mansion in Miami. Dat wel heel bijzonder. Hij lag nog te slapen, dus wij hebben hem wakker gemaakt. Hij kwam in een boxershort en hemdje de kamer binnen. Ik ben ook naar zijn wc geweest. En daar dacht ik: ik moet iets meenemen. Iets van Lenny Kravitz. Er lagen alleen maar boekjes over tuinieren en zo, dus ik heb wc-papier meegenomen. Uiteindelijk heb ik dat toch maar ergens achtergelaten. Want het was uiteindelijk ook maar gewoon wc-papier van een wc-rol.”
Je was ooit de zangeres van de band Hookers Green, vernoemd naar de kleur die kunstenaar William Hooker ooit bedacht. Moest je de bandnaam vaak uitleggen?
“De hele tijd, ja. Ik geloof niet dat ik veel inbreng in die naam heb gehad. Het was ook een vrij kunstmatige band. Allemaal mannen die een pak ouder waren dan ik, die wel hun strepen hadden verdiend in de muziekwereld, vooral in de house- en dancescene. Zij konden beats maken, ik had zang gestudeerd. Het was een leuke tijd. Maar echt organisch was het allemaal niet, ik zou het nu heel anders aanpakken. Ik denk dat zij vooral dachten: een jong meisje, bekend van TMF – dat moet wel lukken, hiermee scoren.’
Je schreef enkele jaren geleden het boek ‘Sinds ik Niet meer drink’, over je leven zonder alcohol. Dat begon als een jaar, maar het liep uit. Krijg je nog steeds vaak de vraag of je inmiddels wel weer drinkt?
“Vooral in de vorm: ‘Houd je het nog steeds vol?’ Als het een kwestie was van ‘moeten volhouden’, dan was ik wel opnieuw begonnen met alcohol drinken. Het is niet dat mijn leven in het honderd liep toen ik nog wel dronk, en dat ik moet volhouden omdat er een anders een ramp gebeurt.
En af en toe denk ik: een wijntje zou nu wel handig zijn. Vooral om mijn hoofd af te zetten. Maar uiteindelijk weet ik dat mijn hersenen vanzelf ook wel rust zullen vinden zonder die roes. En zonder alcohol ben ik veel productiever en voel ik me veel beter uitgeslapen. Ik heb niet zoiets van: ‘Ik ga nooit meer drinken’. Maar voorlopig vind ik de redenen om te drinken niet groot genoeg.”
Je bent geboren in de gemeente Zoersel, in de Kempen. Hoe zijn je herinneringen aan Zoersel?
“In Hálle-Zoersel zelfs, de veel kleinere deelgemeente van Zoersel. Daar heb ik tot mijn achttiende gewoond. In Halle-Zoersel was één weg die door het dorp liep, waar twee auto’s elkaar konden passeren. Dat noemden wij ‘de drukke baan’. Dat geeft wel een indruk, denk ik. En anders wel dat er in heel Halle-Zoersel geen enkel stoplicht was. En ook geen pinautomaat.
Het was een heel bosrijke omgeving, met veel velden. De tijd leek er te hebben stilgestaan en ik ging op mijn fiets overal naar toe. Ik vond het erg leuk. Op mijn twaalfde ging ik naar een school in de grote metropool Antwerpen, met de bus. Daar ging een wereld voor me open. Omdat het een kunstschool was. En omdat ik in een best katholieke omgeving ben opgegroeid.
Ik had geleerd dat abortus moord was. En opeens, meteen na de zomervakantie, leerde ik in Antwerpen dat abortus een récht is van vrouwen. Dat was een cultuurshock. Ik zat in Halle-Zoersel bovendien altijd in een klas met allemaal jongens en maar een paar meisjes. Ik heb dus jarenlang gedacht dat de wereld bestond uit 70 procent mannen en 30 procent vrouwen.’
