“Een andere man zou een zwart fluwelen broek verwijfd hebben gestaan, maar bij hem accentueerde het juist zijn mannelijkheid…” Een citaat uit een Bouquetreeks. Ze schijnen nog steeds te bestaan, maar ik weet niet of jonge vrouwen hier nog enthousiast voor zijn te krijgen.
Mijn vriendin en ik verslonden ze vroeger per kilo. Na de wilde zaterdagavond vol drank, drugs & rock ’n roll, spendeerden we hele zondagen in bed of op de bank en droegen elkaar voor uit deze zogeheten keukenmeidenromans.
“Hij bewoog zich als een haai door het verkeer”, (uiteraard in een dure sportauto). Of: “Hij zag er fantastisch uit in bruin suède pak met oranje stropdas.” En wat dacht je van: “Hij fronste zijn wenkbrauwen en vertrok zijn mond tot een wrede streep.” Nou, probeer het maar eens!
Een Bouquetreeks heeft altijd dezelfde hoofdpersonen; de man, de vrouw en de Vuile Smiecht. De man is zonder uitzondering puissant rijk, knap en een stuk ouder dan de heldin, die jong en met een schattig wipneusje, make-uploos door het leven gaat, gekleed in appeltjesgroen. Dit in tegenstelling tot de Vuile Smiecht, gehuld in goud chiffon, zwaar aangezette wimpers en hoogblond haar (hey, ben ik dat?). Zij probeert Pierce, Hunter of Morgan (zo heten de felbegeerde vrijgezellen die altijd in het bezit zijn van een markante kaaklijn en soms een adellijke titel) in haar web te vangen, maar de ware liefde vindt hij in de onschuldige armen van de ranke (ze is nooit een dikzak) wipneus.
Het verhaal verliep altijd volgens een vast stramien, de ontmoeting, het grote misverstand en uiteindelijk wint de liefde het van alle intriges en heeft de Vuile Smiecht het nakijken. Wervende titels zoals Gouden Horizon, Zoet verlangen, Liefdesleugens trokken ons vroeger uit de realiteit de Bouquetreeks in.
Geneukt werd er niet. Pas na het huwelijk, maar voor het huwelijk eindelijk ‘geconsumeerd’ werd, kwam na hoofdstukken vol zinderend verlangen het ontluisterende woord E I N D E. Een soort coïtus interruptus. Wilde je meer broeierige teksten, dan had je de reeks “Intiem” met als pay-off: “Gaat verder waar de Bouquetreeks ophoudt.” Daarin “voelde zij de hardheid van zijn dijen”, het eufemisme voor zijn erectie. De vagina werd omschreven als een “zoet geurende tere roos, waarbij de blaadjes zich gewillig openden voor zijn mannelijkheid.”
Nu heeft elke vujéjé haar eigen geur, maar zoet is het zelden. Tenzij je twee weken aan de ananas zit.
Kijkend met de ogen van nu hadden die soort verhalen een enorm hoog BDSM-gehalte. De man is altijd dominant. Houdt de heldin plots in een “ijzeren greep om zijn lippen op de hare te drukken.” Gelukkig ziet hij de “passie smeulen in haar ogen” wat voor hem het teken is dat het tegenstribbelen alleen maar voor de vorm is.
In mijn tijd hadden deze verhalen al weinig met de werkelijkheid te maken, maar voor jonge vrouwen van nu moet dit echt science fiction zijn. Volgens mij is er nu totaal geen romantiek meer is, geen hofmakerij. Ik klink ongetwijfeld als een ouwe zak, maar vroeger was het heel normaal dat als je in het café uit het niets van een wildvreemde meneer een drankje kreeg aangeboden. Nam je dat aan, dan kwam hij met gezwinde spoed een wervend praatje houden. Na een avond keuvelen aan de toog, wisselde je telefoonnummers (of niet) uit en belde hij voor een vervolgafspraak.
Het schijnt dat je nu bijna nooit meer een drankje krijgen aangeboden. Telefoonnummers uitwisselen is er al helemaal niet bij. Snap(chat) is het medium voor de geïnteresseerden. Vreselijk. Want wanneer iemand je een bericht stuurt, verdwijnt het zodra je ’t hebt gelezen. Je bouwt dus geen enkele herinnering op. Je kunt zijn lieve woorden niet meer teruglezen. Niet zwijmelen bij een foto. Want na eenmalige bezichtiging is die weg. Alles is weg, alles is vluchtig.
Onlangs kwam er na een etentje in een überhip restaurant in de Amsterdamse Jordaan, de chef even bij ons aan tafel zitten. Hij is 1.95m, beeldig en ook nog reuze aardig. Ik vroeg naar zijn m.o. qua daten. Hij vertelde dat hij uitsluitend via Insta DM’t met meisjes. Waarom niet gewoon eens bellen of appen? “Nee”, antwoordde hij verbaasd. “Pas als ik een meisje echt leuk vind, met haar ben uit geweest en we seks hebben gehad, vraag ik haar nummer.”
“En vrouwen vinden dat oké?”, vroeg ik nog verbaasder. “Die hebben gewoon seks met je, terwijl je nog niet eens een telefoonnummer vraagt of geeft?”
“Ja… dat is toch normaal?”, was zijn antwoord.
Op dit soort momenten ben ik blij dat ik van een andere generatie ben. Ik begrijp dat een Bouquetreeks de andere kant van het datingspectrum is, maar de blaadjes van mijn “zoetgeurende tere roos” openen voor iemand die niet eens mijn nummer vraagt?! Nee, never! Misschien moeten weer terug naar de romantische science fiction van de keukenmeidenromans, gewoon om een ruk de andere kant op te geven. Voor rode oortjes kun je uitwijken naar het suggestieve “Intiem”, in plaats van Pornhub voor een instant orgasme. Het mag allemaal best wat mooier, wat dromeriger, wat… ouderwetser. En soms zit geluk in een – achterhaald – klein boekje.
