Een straathond staat te huilen voor het flatgebouw. Hij houdt niet op. Als een sirene gaat hij door, hij voelt het gevaar, maar niemand reageert. Turkije, tien minuten voor de eerste aardbeving.
Het is vier uur ’s morgens, wanneer de meeste mensen slapen als het noodlot toeslaat en hele dorpen en steden worden weggevaagd. In de loop van de week zien we de ware omvang van deze catastrofe. Het leed is zo immens dat ik even geen zin heb in een lollige verhandeling over de liefde, juist omdat dit alles door de liefde zo dichtbij komt.
Godzijdank woont Mehmets naaste familie in Nederland, maar iedereen kent mensen uit het rampgebied – ook hij – dat zo onvoorstelbaar groot is.
Zoals de ouders van mijn vriendin. Ik ga zo snel mogelijk naar haar toe en vind haar verslagen op de bank. Haar broer woont in Gaziantep, vlak bij het epicentrum van de beving. Haar ouders zijn toevallig bij hem op bezoek. Na de eerste aardschok heeft ze hen even gesproken, maar na de tweede schok is de lijn dood. Het worden vreselijke dagen waarin we leven tussen hoop en wanhoop.
Ik pendel heen en weer tussen mijn huis en dat van mijn vriendin, die met donkere kringen onder haar ogen 24/7 voor de tv zit waarop live verslag op de Turkse zenders te zien is. Haar telefoon constant in haar hand. Na twee dagen dan eindelijk bericht. Haar ouders en broer leven nog. Ze hebben 48 uur op straat rondgedoold, zonder eten, zonder drinken, zonder rustplaats. Ze zijn in shock, maar in leven en weten met behulp van familie de stad uit te komen. Een klein wonder.
Zoals je die wel meer ziet. De hartverscheurende foto van een baby die met navelstreng en al onder het beton vandaan wordt gehaald. Gezond en wel. Voordat de moeder zelf het leven liet, schonk ze nog het leven aan haar kind. Een hondje dat na drie dagen nog is gered uit de ravage, net als twee katten. Een jongetje dat vastzit en met wie men bidt om hem naar zijn laatste ademtocht te begeleiden en dan uiteindelijk toch wordt bevrijd.
Ondertussen is door Mehmet en zijn vrienden een inzamelingsactie gestart. Ze hebben vrachtauto’s geregeld, busjes. Honderden matrassen en beddengoed gekocht. Het is ongelooflijk.
Ik doe het op kleine schaal in mijn vriendenkring. We kopen babyspullen, medicijnen en enorme pakken honden- en kattenvoer. Ik haal mijn kasten leeg. Wat zijn we verwend; kleding waar de prijskaartjes nog aan zitten, schoenen amper gedragen, online bestellingen die nooit zijn geretourneerd. Ik pak alles in. Een oproep in de buurtapp zorgt ervoor dat mijn huis in no-time vol staat met enorme tassen.
Net als het leed, is ook de hulp en de saamhorigheid niet te beschrijven. Opvallend genoeg zie ik dit keer alleen weinig celebrity’s die van hun bekendheid gebruikmaken. Ik weet nog dat na die vreselijke aanslag op Charlie Hebdo in 2015, wereldsterren hun social media sierden met #PrayForParis. Hetzelfde gebeurde toen de Notre Dame in brand stond. De rijken der aarde lapten direct miljoenen om dit historische gebouw in ere te herstellen. Nu er duizenden gebouwen door de aarde zijn verzwolgen, hoor ik ze niet en zie ik ook geen #PrayForTurkey&Syria op hun Twitter of Insta…
Gelukkig zijn er al vrachtwagens vol vanuit Europa naar Turkije gereden. Helaas zit er ook enorme rotzooi tussen. Gescheurde kleding, vieze onderbroeken. Wat bezielt mensen om dit te doen? Er komt dan ook een stop op de invoer. Alleen kleding gaaf, schoon en gesorteerd in speciale dozen mogen mét een vergunning het zo zwaar getroffen land in. Mehmet c.s. krijgen die toestemming.
Wanneer we volgeladen naar het verzamelpunt rijden, praat hij onderweg over de politieke situatie in het land, over hoe het was en hoe het nu is. Over de organisatie, de vergunningen voor de hulpgoederen die zijn verzameld. Hij is onvermoeibaar. Hij mobiliseert, rijdt, sjouwt, regelt en ik hou nog meer van hem.
Ik zie ondertussen boze reacties op social media omdat er bikini’s, hakken en wat frivoliteiten tussen de gedoneerde spullen zitten. Belachelijk vindt men het. Maar wanneer ik de laatste doos vul, doe ik er een klein handtasje bij. Inderdaad, een frivoliteit, maar ik zie ineens een klein meisje voor me voor wie dit kleine bonttasje een schat is waar ze mee kan spelen. Ik doe er ook een paar laarzen met hakken in, want ik zie een jonge vrouw die zich misschien in alle ellende, heel even een beetje mooi wil voelen. Ik doe er een degelijk badpak bij, immers over drie maanden gaat het daar zomeren en wie weet is er een vrouw die het stof en verdriet van zich af wil spoelen en wil meegeven aan de zee.
“Ik denk niet dat die spulletjes het gaan halen”, zegt Mehmet. Ik geef het evenzogoed mee en hoop dat er iemand is met dezelfde verbeeldingskracht als ik.
Ik kijk weer naar de Turkse zender waar een moeder wanhopig smeekt om hulp. Haar zoontje ligt onder hun ingestorte huis. Een ander beeld laat een vrouw zien die tegen een deken waar duidelijk iemand onder ligt, huilt: “Waarom ben je dood? Wat moet ik tegen onze kinderen zeggen? Zeg het me!”
Wanneer ik de volgende ochtend de laatste tassen met kleding en luiers aan mijn geliefde meegeef, vraag ik of hij me heel even vast wil houden voor hij weggaat. Ik kan het verdriet, de hartverscheurende beelden niet meer aan. Het spookt elke nacht door mijn hoofd.
Ik zet een kop thee en kijk om me heen. Ineens heel bewust van mijn veilige huis, ons vlakke land waar geen aardplaten met een verwoestende kracht met elkaar in botsing komen. Wat een geluk dat ik hier ben geboren en niet op wat men noemt ‘de gevaarlijkste plek op aarde’. Ik heb daar niets voor hoeven doen, dat is van bovenaf beslist.
Cografya kaderdir is een Turkse uitdrukking, wat zoveel betekent als: ‘De geografie bepaalt het lot.’ Wij mogen ons gelukkig prijzen…
