Misschien ligt het aan mij, maar bij het woord ‘sprongetje’ denk ik in eerste instantie toch vooral aan iets leuks. En hoewel ik het ook echt heel tof vind om te zien hoe mijn zoon en dochter langzaam maar zeker veranderen van hulpeloze wurmen in steeds completere kleine mensen, zijn de ‘sprongetjes’ die daarbij horen helemaal niet zo plezierig. Niet voor mij of hun vader, maar zeker ook niet voor henzelf.
Onlangs zaten we hier thuis weer eens in zo’n ontwikkelingssprong. Dat bij beide kinderen ondertussen ook meerdere kiezen op doorbreken stonden, hielp niet erg. Net als het feit dat ze van de babygroep op de crèche, waar ze inmiddels de oudsten waren, doorstroomden naar de dreumesen.
Mijn dochter is daar voorlopig de enige die nog niet kan lopen, tot haar eigen woede en frustratie, zeker ook omdat ze nogal een dominant type is dat graag speelgoed van anderen mag afpakken. Helaas voor haar gaat dat een stuk lastiger bij kinderen die een kop groter zijn en gewoon met de door haar gewenste puzzel of rammelaar kunnen weglopen zodra zij haar slag dreigt te slaan.
Het was, kortom, nogal een hoop verandering tegelijk voor hun kleine hersens en dat ontaardde in een hoop frustratie, gekrijs, woedeaanvallen en slapeloze nachten voor iedereen. Dat is een nadeel van een tweeling hebben: met een beetje pech, zetten ze samen in het holst van de nacht de boel op stelten en dan moet je er dus allebei uit en bidden dat er binnen afzienbare tijd weer geslapen gaat worden.
Het dieptepunt was een nacht waarin mijn wederhelft me om vier uur ’s nachts wakker maakte – hij had toen nog helemaal niet in bed gelegen omdat hij van middernacht tot twee uur met onze zoon in de weer was geweest, waarna zijn zusje het stokje had overgenomen. Nu was het mijn beurt en dus had ik tot het eindelijk licht werd met haar op mijn borst op de bank gezeten, vruchteloos biddend om slaap. Om zes uur ’s ochtends besloot ik het uiteindelijk maar gewoon op te geven en zette extra sterke koffie voor mezelf en Peppa Pig aan voor haar.
Het goede nieuws: ze had vervolgens wel een hele goeie dag op de crèche, want besloot daar wel urenlang heerlijk te gaan liggen tukken. Wij moesten ons weliswaar met wallen tot op onze knieën door de werkdag heen worstelen, maar hoefden haar in ieder geval deze keer niet eerder op te halen omdat ze weer eens de boel bij elkaar blèrde.
En toen, net zo plotseling als de ellende was begonnen, was het ineens ook weer klaar. Niet dat er nu nooit meer wordt gekrijst bij ons thuis, want onze dochter blijft een dominant type dat continu het speelgoed van haar broertje afpakt. Onze zoon vindt het ondertussen het leukste ter wereld om zich te pas en te onpas op zijn zusje te storten voor een uitgebreide knuffelsessie, wat er meestal op uitdraait dat zij woedend door de kamer kruipt met hem als een ongewenst schildpadschild boven op haar rug.
Maar de grote hysterie is voorbij en ze slapen eindelijk weer, wat betekent dat wij godzijdank ook weer min of meer normale nachten hebben. Mooi, want zo kunnen we weer wat extra energie tanken voor het volgende sprongetje zich aandient. We zullen het vast nodig hebben.
