Er stond een zoenscène op de planning. Terwijl ik me klaarmaakte voor een draaidag voor de serie ’Dertigers’ liet ik de salami met knoflook bij het ontbijt maar even staan en ging ik gewapend met een tandenborstel in de tas richting de set.
Sinds #metoo en wangedrag in ons vak wordt er bij intieme scènes een intimiteitscoach ingezet. Hiervoor moest je het als acteur zelf maar een beetje uitvogelen. Met wat ongemak gingen dan de kledingstukken uit of werd er maar wat gekust. Niemand had het er echt over.
De intimiteitscoach nam mijn tegenspeler en mij apart. Met een ernstige blik vroeg ze: ”Gaan we het zoenen dadelijk met of zonder tong doen?” Mijn collega en ik keken elkaar aan. We kwamen overeen dat de kus zonder tong zou gebeuren. ”En waar mag hij zijn handen zetten?”
”Nou”, zei ik, terwijl ik probeerde te reconstrueren hoe het ook alweer in het echte leven ging, ”op mijn heupen?” Ook ik moest aangeven waar mijn handen precies heengingen. ”Door zijn haar?” Is dat oké, vroeg de coach aan mijn collega. Het was prima.
Maakte dit de hele situatie juist niet ongemakkelijker? Veiliger in ieder geval, en daar pleit ik voor. Hoe vaak acteurs onder druk zich ergens overheen zetten, omdat je niet moeilijk wilt doen. Tijdens deze seksuele onderhandeling werd ons een smintje aangeboden, die we gretig aannamen. Ik vroeg me af wat er zou gebeuren als er een intimiteitscoach werd ingezet bij elke nieuwe liefde. De ultieme vorm van consent, maar gaat er dan ook niet iets verloren?
Tijdens een etentje met mijn jeugdvriendinnen zei mijn vriendin M.: ”Ik heb door het gerommel en grensoverschrijdend gedrag vroegtijdig van me af leren bijten.” Waarop mijn andere vriendin E. zei: ”Maar waarom zou iemand moeten leren van zich af te bijten als je dit aan de voorkant al tackelt?” ”Zo werkt de wereld nou eenmaal niet!” riep M. verontwaardigd, ”het klinkt mooi en aardig, maar zo klinkt wereldvrede en financiële gelijkheid ook. Ik ben blij dat ik in mijn tienerjaren na tien Bacardi-cola de volgende dag spijt had van hoe ver een jongen bij me was gegaan, ik heb daardoor wel geleerd hoe de wereld in elkaar steekt. Soms weet je gewoon niet waar je grenzen liggen tot er overheen wordt gegaan. Het met elkaar uitzoeken, grenzen verkennen, en dat leren aangeven, hoort nou eenmaal bij seksuele ontwikkeling.”
Ik zoende mijn collega met een smint-adem, zonder tong, en mijn handen op de afgesproken plekken. ”Steamy en overtuigend”, riep de regisseuse.
Het ongemak was nergens aan af te zien. Maar dit was dan ook geen representatie van de werkelijkheid, dit was maar fictie. Tussen de echte lakens is het zo makkelijk nog niet om de balans te vinden tussen seksuele spontaniteit en grensbewaking.
