Ik ben boos. Het begon vanochtend al toen ik een mannelijke dj op de radio hoorde zeggen dat hij ‘net als de rest van Nederland uitkeek’ naar de beruchte uitzending van Tim Hofman.
Het woordgebruik is tekenend over hoe we in veel voorbij gaan aan het leed van slachtoffers van seksuele intimidatie en geweld.
Met verbazing en in shock nam ik de feiten, verhalen van slachtoffers en verklaringen van verdachten tot me toen de BOOS-documentaire vanmiddag online kwam. De ene quote hier, dickpics, aangifte van verkrachting daar. Het was misselijkmakend.
En je kunt er veel over zeggen maar wát was het goed dat John de Mol, uiteindelijk ook mijn chef aangezien ik voor LINDA.nl werk, plaatsnam tegenover Tim Hofman. Hij zat er toch maar, ongetwijfeld in het kader van hoor en wederhoor. Om zich uit te spreken en te verweren.
Na dit interview had ik maar één vraag: in welke eeuw leeft deze mediatycoon? Meer dan eens vroeg Tim of John het zich kon voorstellen ‘dat de meisjes, alle slachtoffers, een bepaalde angst voelden om het wangedrag binnen de organisatie aan de kaak te stellen.’
“Nee”, zei hij verbaasd. Meerdere. Keren. Want: “Er waren protocollen” en “The Voice zat strak in elkaar, interne systemen, aangewezen begeleiders die er 24/7 waren voor de kandidaten.” Dit is de plank misslaan in overtreffende trap.
Laat het duidelijk zijn: een slachtoffer een luisterend oor bieden is niet hetzelfde als ongewenst gedrag voorkomen, laat staan het aanpakken. Het begint bij ongepast gedrag op de werkvloer, machtsmisbruik en collega’s die wangedrag tolereren want: “Ach. Zo is de coach, bandleider of regisseur nu eenmaal”.
Meisjes die betast worden door een beroemde coach of bandleider, zwager van de opperbaas, zijn niet alleen bang voor represailles. Het is vooral de angst dat ze niet serieus worden genomen. En dat die angst heel reëel is, dat heeft John zeer goed blootgelegd.