Urgenda tegen Staat

Duurzaamheidsorganisatie Urgenda nam in 2013 al het initiatief om de overheid te dwingen tot meer inspanningen om de klimaatdoelstellingen te halen. In 2015 kregen zij gelijk van de rechtbank. De rechter vindt dat de Staat in 2020 de uitstoot van het broeikasgas CO2 met ten minste 25 procent moet hebben teruggebracht ten opzichte van het niveau in 1990.

Daar ging het kabinet in 2018 tegen in hoger beroep bij het gerechtshof. Zij vinden dat deze zaak aan de politiek is, en niet aan de rechter. De Hoge Raad beoordeelt de zaak op vrijdag dan ook niet inhoudelijk, maar wel of rechters in Nederland inderdaad de macht hebben om de overheid te dwingen tot het nemen van meer maatregelen. De Urgenda-uitspraak moet het kabinet hoe dan ook doorvoeren.

Klimaatgevaren

De rechters van het hof hebben eerder de gevaren van klimaatverandering erkend, en verwezen daarbij naar fundamentele mensenrechten. Zij vinden dat de overheid zich zou moeten inspannen voor bescherming van het leven én gezinsleven van burgers.

Lees ook
Van Piri Piri tot melk in de cappuccino: Linda de Mol heeft last van klimaatschaamte

De klimaatzaak zorgde wereldwijd voor veel aandacht, omdat zo’n zaak (toen nog) een unicum was. Door Urgenda spanden burgers en organisaties in veel andere landen ook rechtszaken aan, om zo hun overheid via de rechter tot meer actie te dwingen. De uitspraak in Nederland vindt vrijdag om elf uur ’s ochtends plaats.