Mijn hart is nog beurs van de breuk met Deniz maar toch blader ik, als uit gewoonte, door Tinder. Bij elke foto denk ik: nee, nee, nee! Totdat ik een melding krijg: ‘Er zijn geen matches meer.’
Ik heb Tinder letterlijk leeg geswiped. De heren zijn op.
Ik houd mezelf de rest van de week zoet met ladingen roze koeken van de Zaanse vegan-bakker, om tegen het weekend weer eens een poging te wagen. Ik stuit op ene Kees. Op een foto waar hij een pilotenuniform aan heeft vind ik hem een pedante papzak, maar op een recentere staat hij in een tanktop. Zongebruind, geweldige torso en met een touw in zijn hand. Wat daaraan vastzit zie ik niet, want hij staat er niet helemaal op. Ik swipe naar rechts. We hebben een match. Hij belt, vertelt dat hij jarenlang gevlogen heeft, maar nu als een soort boswachter in een huisje bij de Duitse grens woont. Terug naar de natuur.
Een paar dagen later hebben we een afspraak en wanneer ik op het terras tegenover hem zit, weet ik direct: dit is het zó niet. Hij praat veel en vooral over zichzelf. Over zijn veroveringen tijdens zijn carrière als piloot en de gewillige stewardessen, waarbij hij subtiel zijn bedkwaliteiten aanprijst. Hij weet wel hoe je de vrouwtjes kunt verwennen. Het is me duidelijk, geen ‘beautyKees’ maar een ‘smeerKees’.
Hij wil graag weten waarom ik voor hem naar rechts heb geswiped. Ik vertel hem eerlijk dat ik onder de indruk was van die ene foto. “Ja dat zit allemaal onder deze trui”, lacht hij zelfgenoegzaam. Wanneer ik van de wc terugkom ben ik met stomheid geslagen: hij zit in zijn tanktop op het terras! “Huh?”, vraag ik. “Waarom heb je in godsnaam je trui uitgetrokken? Het is 18 graden!”
“Om jou een plezier te doen”, zegt hij met een geile blik. “Dit vond jij toch zo’n lekkere foto? Ik zal je trouwens de hele foto laten zien.” Tot mijn verbijstering zie ik op het totaalbeeld dat er aan het touw een varken vastzit dat op haar zij op de grond ligt. Kees heeft een voet, als een jager die trots zijn prooi laat zien, op haar buik. “Ja, die was ontsnapt aan de boer, maar ik heb haar gevangen.”
“Afschuwelijk!”, roep ik. Ik vertel hem dat ik veganist ben, dus dit soort dierenleed echt verschrikkelijk vind. Vervolgens krijg ik een hele verhandeling over hoe het er in zijn dorp aan toegaat. “Dieren lopen buiten, hebben een goed leven…” “Maar aan het eind van de rit worden ze de dood in gejaagd voor jouw smaakpapillen?”, vraag ik. Ja, maar volgens Kees is dat de circle of life, en “Bovendien vind ik het gewoon lekker”.
“Ik vind het ook weleens gewoon lekker om iemand op zijn bek te slaan, maar dat doe ik toch ook niet? Dus dat vind ik een non-argument. Bovendien kun je waanzinnig lekker vegan eten”, zeg ik bits. “Nou, dan gaan we dat nu toch doen”, antwoordt Kees vrolijk. “Want ik kan niet op een lege maag terug naar Duitsland rijden hè?” En zo sleep ik hem mee naar Kebabi.
Terwijl hij ons naar de Amsterdamse Overtoom rijdt, vertelt hij over het wonderschone platteland en dat hij niet meer in de stad zou willen wonen. “Tenzij er natuurlijk een heerlijke dame is met wie ik lepeltje lepeltje kan liggen” – en buigt daarbij met een schalkse blik naar mij toe. Veelbetekenend trekt hij een wenkbrauw op. “Groen”, zeg ik, wijzend op het stoplicht.
Eenmaal bij het eetcafé worden al snel onze broodjes geserveerd en vrolijk roept Kees tegen de ober: “Dit is onze first date!” Ik ga door de grond. Ook weer een les: neem nooit een eerste date mee naar een tent waar je vaak komt.
“Nou aanvallen dan maar hè?”, zegt Smeerkees die dan tot de ontdekking komt dat hij geen mes heeft. Maar net als ik de ober wil roepen, zegt hij: “Nee hoor, laat maar. Ik ben op alles voorbereid.” Triomfantelijk diept hij uit zijn achterzak zo’n Zwitsers zakmes op waar een hele survivalkit aan hangt, zoals een schaar, een blikopener en een gekarteld mes waarmee hij zijn broodje aanvalt alsof het nog geslacht moet worden. De Neanderthaler in optima forma.
“Je weet dat dit plantaardige kebab is, hè?”, vraag ik voor alle zekerheid. En terwijl hij driftig zit te hakken en te smikkelen app ik stiekem onder tafel mijn dochter: ‘Help.’ Ze begrijpt het, want binnen vijf minuten belt ze: “Mam, kun je alsjeblieft naar huis komen, want ik ben mijn sleutel kwijt.” Voor de vorm sputter ik nog: “Jeetje, hoe kan dat nou? Wat vervelend, nou ja, het is niet anders. Ik kom eraan.”
Kees is één en al begrip en brengt me terug naar mijn auto. Ik wens hem een goede terugreis en wanneer hij me appt voor een volgende date, vertel ik hem dat dat er niet in zit. Klaar is Kees.
Sophie (58, pseudoniem) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen. De volgende aflevering verschijnt zaterdag 25 juli om 12.00 uur op LINDA.nl.
Lees ook
‘Ik heb geen behoefte aan een man die niet 100% voor mij gaat’
Wil je Sophie en onze andere columnisten, interviews en artikelen nog gemakkelijker volgen, schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief. De nieuwe aflevering verschijnt vanzelf in je mailbox.