Suzannes zoon Sven overleed in haar buik. Bjorn, de andere helft van haar eeneiige tweeling, leeft wél. Maar dat ging niet zonder slag of stoot.
“Onderweg in de ambulance overleed Sven in mijn buik”, vertelt Suzanne openhartig in Ik mis je (EO).
Laten gaan
Suzanne kreeg last van complicaties tijdens haar zwangerschap. Haar eeneiige tweeling had namelijk het ‘Tweeling Transfusie Syndroom’: de verdeling van het bloed tussen de twee foetussen ging niet goed. Eén van de twee gaf zijn bloed aan de ander, waardoor de andere foetus weer teveel bloed ontving. Daarom had Suzanne de keuze om één van de twee te laten gaan: Sven zou een injectie in het hart moeten krijgen. Maar Suzanne vond niet dat ze kon kiezen tussen één van haar kinderen. “Achteraf ben ik heel blij dat we die keuze niet hebben gemaakt.”
26 weken
Tijdens een operatie werden de gezamenlijke aders in haar placenta doorgebrand. Na een controle kreeg ze te horen dat dit niet goed was gegaan. “We konden niets doen, behalve afwachten.” Na 26 weken zwangerschap kreeg Suzanne al weeën en werd ze met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Sven overleed toen in haar buik. Na de bevalling werd haar andere zoon Bjorn direct meegenomen naar de kinderafdeling. Maar Sven mocht ze ook niet vasthouden. “Hij werd meegenomen en daarna in een mandje aan ons gegeven. Ik wilde hem troosten.”
‘Dat is heel erg slikken’
Met een brok in haar keel vertelt ze het verhaal, maar ook over de andere helft van de eeneiige tweeling: haar, nu zevenjarige, Bjorn. Hij vertelde Suzanne laatst wel iets heel bijzonders aan de keukentafel. “Hij zei: ‘Sven had zoveel liefde in zijn hart voor mij. Die liefde heeft hij allemaal aan mij gegeven, zodat ik mocht leven.’ Dat is heel erg slikken, maar geeft ook aan hoe we erover praten bij ons thuis. Zoals je over school praat, kun je ook over Sven praten. Hij is onderdeel van ons gezin.”
Bekijk de hele aflevering van Ik mis je (EO) hier. Het fragment met Suzanne begint vanaf minuut 19:10.