Lombardije

Op 27 maart maakten de Italiaanse autoriteiten bekend dat in de voorgaande 24 uur 919 mensen waren overleden aan de gevolgen van het coronavirus. Op dat moment zat het land al bijna drie weken in lockdown. Inwoners uit de regio Lombardije mochten zelfs al ruim een maand hun huis niet meer uit.

Lombardije, in het Noorden van Italië, was een van de eerste gebieden in Europa waar het coronavirus werd gediagnosticeerd. Het gebied zou in de maanden daarna uitgroeien tot de grootste coronabrandhaard ter wereld. Het zwaargetroffen Bergamo moest zelfs de hulp inroepen van het leger om alle lichamen weg te krijgen uit (zieken)huizen en crematoria.

Lees ook
Italiaanse verpleegkundige schets schrijnende situatie: ‘Wij bepalen wie leeft en doodgaat’

Lockdown

Inmiddels lijkt de grootste piek voorbij. Op 3 mei werden in het land 174 nieuwe coronadoden geregistreerd. Dit is het kleinste aantal sinds het begin van de landelijke lockdown. Hoewel dit aantal de afgelopen dagen weer iets toenam, komt het niet meer in de buurt van het duizelingwekkende aantal op 27 maart.

Na twee maanden binnen te hebben gezeten, mogen de Italianen sinds deze week weer naar andere regio’s reizen om familie te bezoeken. Wel zijn ze verplicht een mondkapje te dragen. Cafés en restaurants mogen afhaalmaaltijden aanbieden, maar blijven gesloten. Net als scholen, kappers, sportscholen, en veel winkels.

‘Doodskistvrij’

Ook in Lombardije wordt de situatie langzaam iets beter. Een kerk in Bergamo die tijdelijk was ontruimd om plaats te maken voor kisten, was begin deze maand voor het eerst in anderhalve maand ‘doodskistvrij’, vertelt pastoor Don Mario Carminati in De Volkskrant. 

Toch waarschuwt hij dat de ellende nog niet voor bij is. Het dodental in Lombardije wordt geschat op zo’n 15.000, onder wie 86 artsen. Nog los van de economische schade, is het een gebied met een ‘enorme hoeveelheid onverwerkte rouw’. “De nare herinneringen zullen Bergamo nog lang teisteren”, aldus de pastoor.