Onderzoeker en schilder Lisa Wiersma werkte aan een replica van ‘De Nachtwacht’. Iedere dinsdag is in het tv-programma ‘Het Geheim van de Meester’ te zien hoe ze probeert te achterhalen hoe Rembrandt te werk is gegaan.
Lisa Wiersma vertelde eerder in een interview aan LINDA.nl dat het nog een flinke uitdaging zou worden om de deadline te halen.
Je schildert het allerberoemdste schilderij van Nederland en dat doe je voor het oog van de bezoekers van het Rijksmuseum. Hoe gaat het tot nu toe met het werk?
“Ik vind het heel interessant om te ervaren hoe Rembrandt vroeger te werk is gegaan. Hoeveel materiaal heeft hij gebruikt (wel een stuk of twaalf pigmenten, maar relatief weinig verf, zo blijkt), hoe hij werkte met licht en donker, hoe moet je schilderen op zo’n groot doek.”
“De Nachtwacht naschilderen is voor mij een ontzettend leuk en leerzaam proces. Natuurlijk was het in het begin wel even wennen, omdat je onder tijdsdruk staat. Dat betekent namelijk ook dat je gedwongen wordt keuzes te maken. Er ligt vanuit het museum heel veel wetenschappelijk onderzoek, maar het is niet altijd praktisch bruikbaar en haalbaar om dat te vertalen naar een penseelstreek.”
Heb je veel moeten oefenen, voordat je met De Nachtwacht aan de slag kon?
“Ik heb me vooraf verdiept in de techniek van Rembrandt en het wetenschappelijke onderzoek daarnaar. Voor De Nachtwacht gebruiken we een systematische opbouw, zoals in de 17de eeuw gebruikelijk was. Van deze techniek krijg je echt een 3D-effect. Deze manier van schilderen wordt helaas niet veel meer gebruikt.”
Wat heb je over de schilderstijl van Rembrandt geleerd?
“Zijn techniek is heel precies. Er zijn plekken aan te wijzen waar hij slordig is geweest. Maar dat is bewust en precies op de goede plek waar het effect heeft. Andere delen zijn weer heel erg uitgewerkt en hij speelt geweldig met licht en donker.”
Foto: AVROTROS
“Rembrandt zette soms een dikke klodder wit en van dichtbij denk je: waarom moet dat hier en zo slordig? Maar van een afstand zie je wat er gebeurt: opeens wordt een arm rond en krijgt het geheel volume. Door dat soort inzichten wordt duidelijk hoe geniaal Rembrandt was.”
Het schilderij moet volgende week vrijdag klaar zijn, hoe ver zijn jullie nu?
“We zitten, na vijf maanden schilderen, in het stadium waarin we details en visuele effecten aanbrengen. Denk aan de kleding en kragen, de metalen helmen en de zachte veren. Het jakje van het meisje gemaakt met glimmers in het borduurwerk.”
“De voorste vier figuren worden aangekleed en hierdoor gaan ze steeds meer leven als echte personen. Alle gezichten zijn heel sympathiek, waardoor je echt van personages gaat houden. Er gebeurt van alles en het 3D-effect komt heel goed uit de verf.”
Nieuw is dat jullie ook de vier afgesneden stroken schilderen die oorspronkelijk aan De Nachtwacht zaten. Hoe weet je nu wat je daarop moet schilderen?
“Gerrit Lundens heeft, vijftien jaar nadat De Nachtwacht klaar was, een kleine kopie van het origineel gemaakt. Daarop is te zien dat het origineel veel groter was. De zijkanten en twee smalle repen boven en onder, zijn eraf gesneden. Lundens schilderde lang niet zo goed als Rembrandt, maar we gebruiken zijn werk wel als uitgangspunt.”
Gaan jullie het redden om de deadline van volgende week vrijdag te halen?
“Je kunt en wilt nog heel lang door, maar je moet ergens stoppen. Ons doel is om De Nachtwacht zo goed mogelijk na te schilderen. We zullen volgende week vrijdag ook alles geschilderd hebben.”
“We hebben in het begin wat tegenslag gehad. Toen trok de verf na een paar dagen in het schilderij. Dan verlies je verf, terwijl het er juist bovenop moet komen te liggen. Het duurde even voor we dat goed kregen. Al met al denk ik dat we hiermee een maand vertraging hebben opgelopen. Ik vind dat moeilijk, want ik wil het liefste zoveel mogelijk tijd hebben om dramatisch effect toe te voegen aan het eind.”
“Na die maand vertraging heb ik trouwens wel met mijn handen in het haar gezeten, maar we komen veel dichter in de buurt dan ik voor mogelijk hield. Nu al kijken mensen naar ons, terwijl we bezig zijn en dan denken ze dat we met het echte werk bezig zijn. Ik zie dat als een heel groot compliment.”
