Maaike Olde Olthof, nieuwsverdeler bij LINDA.nl, is alleenstaande moeder en ziet als ZZP-er de financiële toekomst allesbehalve rooskleurig in. Toch ligt ze tijdens de huidige crisis maar van één ding wakker: haar ouders.
Afgelopen december verhuisden pap (81) en mam (78) naar Deventer, mijn woonplaats. Mijn broer en ik hebben maanden op ze in moeten praten voordat het zover was. “Zo slecht gaat het helemaal niet”, hielden ze lang vol. Maar na de zoveelste valpartij en fysieke terugslag wisten ze beter. Ze ruilden het ruime huis in voor een appartement naast een zorginstelling. Iets waar ik, drie maanden later, bijzonder dankbaar voor ben.
Want zij behoren tot de corona-risicogroep, en niet zo’n beetje ook. Mijn vader is hartpatiënt en heeft, na weet ik hoeveel bypasses, vorig jaar een TIA gehad. Zijn lichaam is broos maar het brein werkt uitstekend: hij is net als zoveel ouderen behoorlijk eigenwijs. Mam is zo fit als een hoentje maar lijdt al vijf jaar aan vasculaire dementie. Hun levensgeluk is behoorlijk achteruitgegaan nu mam langzaam uit onze familietekening gegumd wordt. De kleinkinderen zijn lichtpuntjes in haar leven. Daarom brachten we ze extra vaak een verrassingsbezoek. Tot het vanwege corona niet meer kon. Tekeningen en bloemen kwamen in plaats van een omhelzing, een tas vol extra boodschappen in plaats van een kus.
Vorige week, vlak voor de verscherpte maatregelen, nam ik de kinderen voor het laatst mee. Ik had ons bezoek aangekondigd en duidelijk tegen mijn vader gezegd dat we buiten bleven staan. “Dat is beter voor iedereen.”
Toen we de tas aan wilden geven bij de achterdeur, hield mijn vader gepaste afstand maar mijn moeder, dolblij om de kinderen te zien, stapte nietsvermoedend en blij op ons af.
“NEE OMA!”, gilden de meisjes paniekerig. Ze schrok en keek verwilderd om zich heen. “Het is beter dat je binnen blijft, in jullie appartement. Ga maar bij pap staan”, probeerde ik kalm aan te geven. Afwezig en duidelijk verward liep mam met kleine stapjes terug naar binnen. Ik besefte dat het voor iedereen rustiger is als zij de kleinkinderen even niet ziet. Ook al zit er meer dan anderhalve meter tussen.
Lees ook:
Nieuwschef Madelijne werkt al weken alleen thuis
Op de terugweg in de auto leg ik de meisjes uit dat we opa en oma voorlopig beter kunnen bellen. “Dan is het minder chaotisch voor oma”, zeg ik. “Zij weet door de dementie niet precies wat er aan de hand is, maar ze voelt wél alles. Dat maakt het moeilijk.” De oudste, die naast me zit, zegt: “Oh mam… ik hoop echt dat ze beiden nu binnenblijven”.
Ze vecht tegen de tranen. Ik pak haar hand stevig vast. “Ik hoop het ook.”



