Hittegolven, een tornado, wind- en waterhozen en vorst zijn de termen die het Nederlandse zomerweer van dit jaar samenvatten.
Afgelopen zomer zijn er op het gebied van warmte én kou tal van records gebroken.
Warm, warmer, warmst
Dat het warm was deze zomer hebben we wel gemerkt, met een gemiddelde temperatuur van 18,5 graden. Dit gemiddelde is hoger dan normaal, al is het niet de allerwarmste, maar twee na warmste zomer sinds 1901. Toch was de hitte record-brekend, met als hoogtepunt het hitterecord op 24 juli. Toen werd in het Brabantse Gilze-Rijen 38,8 graden gemeten. De volgende dag verbrak de Brabantse plaats het eigen record met 40,4 graden.
De hoge temperaturen waren goed voor maar liefst drie hete perioden, die resulteerden in regionale hittegolven. In juli vond zelfs een ‘regionale superhittegolf’ plaats. Toen was het vijf dagen op rij 30 graden of meer, en minstens drie dagen daarvan 35 graden of meer. In totaal werd het elf dagen tropisch warm met meer dan 30 graden.
Vorst
Niet alleen de hitte, ook de kou zorgde afgelopen zomer voor records. Op 4 juli daalde het kwik in Twente naar -1,6 graden. Er is sinds 1971 niet zo’n lage temperatuur gemeten in juli.
Tornado’s en hozen
Naast de vorst en hitte kreeg Nederland te maken met wervelstormen. Zo woedde er in het Gelderse Rheden op 4 juni een tornado en is Amsterdam op 10 augustus geteisterd door een windhoos. Vlak daarvoor werd aangekondigd dat er waterhozen te zien zouden zijn, maar deze kwamen niet aan land.
Gelukkig wordt het komend weekend aangenaam zomerweer, met kans op een lokale bui. Gemiddeld stijgt het kwik naar 26 graden, wat aanzienlijk ‘frisser’ is dan afgelopen week.