In de indrukwekkende ‘2Doc: Inside Kalifaat‘ interviewt Sinan Can twee Nederlandse gedetineerden in een Syrische gevangenis voor IS-strijders. Zij willen terug naar Nederland om hier berecht te worden.
“Ik ben niet gevaarlijk”, beweert Abdullah.
In de indrukwekkende ‘2Doc: Inside Kalifaat‘ interviewt Sinan Can twee Nederlandse gedetineerden in een Syrische gevangenis voor IS-strijders. Zij willen terug naar Nederland om hier berecht te worden.
“Ik ben niet gevaarlijk”, beweert Abdullah.
Moeten Syriëgangers teruggehaald worden naar Nederland? Deze vraag staat centraal in deze documentaire, waar Sinan Can – bij hoge uitzondering – twee van hen mag spreken in het enorme gevangeniscomplex in Noord-Oost Syrië. Op deze plek worden zij door de Koerden gezien als de gevaarlijkste terroristen. Hun interview met Sinan is dan ook voor het eerst dat ze hun cel mogen verlaten.
Abdullah en Yasin, opgegroeid in Den Haag en Zoetermeer, vinden dat ze recht hebben op een eerlijk proces in Nederland. “Wat is volgens jou een eerlijk proces?”, wil Can van Yasin weten. Yasin geeft aan hij dat hij berecht wil worden zoals iedere Nederlandse burger berecht wordt, of die persoon zich nu schuldig heeft gemaakt aan een zwaar of een licht delict.
Sinan legt uit wat de gemiddelde Nederlander vindt. “Mensen vragen zich af waarom we dat gevaar terug zouden halen. Jullie hebben immers zelf afstand gedaan van Nederland.” Yasin geeft toe dat hij daarin een fout heeft begaan. “Maar mensen maken fouten”, vindt het voormalige IS-lid. “Volgens het Nederlandse rechtssysteem kan er een tweede kans gegeven worden”, voegt hij hoopvol toe.
“Maar de slachtoffers hebben geen tweede kans”, antwoordt Can. “Hun leven is stuk.” Yasin begrijpt dat, maar vindt dat hij daar niks aan kan doen. “Ik kan het niet rechtzetten. Ik wil het ook niet opnemen voor degenen die daar wel aan hebben deelgenomen.” Abdullah vindt dat hij volgens de Nederlandse grondwet het recht heeft om in het eigen land berecht te worden. “Maar je bent vrijwillig vertrokken. Je hebt de deur achter je dichtgedaan”, weerlegt Sinan.
“De meeste Nederlanders vinden dat je een hogere straf moet krijgen dan zes jaar,” vertelt Can aan Yasin. Dat is de straf die staat voor het aansluiten bij een terroristische organisatie. “Wat vind je daarvan?”, vraagt de interviewer. “Uiteraard zijn we het daar niet mee eens”, zegt Yasin. “Wij zijn geen oorlogsmisdadigers”, beweert hij. “Maar je hebt toch deel uitgemaakt van die groep? Dat heeft toch gevolgen?”, vindt Sinan. “Dat snap ik, maar de straf die wij hier nu uitzitten, moet voldoende zijn”, betoogt Yasin. “Gezien de omstandigheden”, voegt hij toe.
“Denk je dat mensen je geloven?”, vraagt Can zich af. Daar houdt Abdullah zich niet mee bezig. “Ik weet wat ik heb gedaan en wat ik heb meegemaakt”, benadrukt hij. “Als de mensen in Nederland ons nog zien als mensen, denk ik dat iedereen ook wel weet dat mensen fouten kunnen maken”, herhaalt Yasin.
Sinan geeft aan dat de twee toch vooral als gevaarlijke mensen worden gezien door de meeste Nederlanders. Daarop volgt een betoog van Yasin waarin hij twee redenen aanvoert waarom ze volgens hemzelf niet gevaarlijk zijn. “Ten eerste: wij hebben lang in Nederland gewoond. De inlichtingen kunnen bevestigen dat wij nooit wat van plan waren.” Can herinnert hem eraan dat hij lid is geworden van een terreurorganisatie. Dat ontkent Yasin niet. “We zijn tot het einde gebleven. Als we plannen hadden in Nederland, waren we al eerder naar Nederland vertrokken.”
Terugkomend op een mogelijke terugkeer, vraagt Sinan aan de mannen of ze weer in Nederland zouden kunnen wonen en leven. “Ik kan dat wel, maar ik denk dat wij vergelijkbaar zijn met een groep die zich voor tien jaar heeft afgezonderd in een grot”, vertelt Yasin. “Moet jij gederadicaliseerd worden?”, vraagt Can op de man af. Daarop antwoorden beide gevangenen bevestigend. “Moeten je ideeën veranderen?”, vraagt Can. Dat laat Abdullah in het midden: “Dat is niet wat ik vind, dat is wat Nederland vindt. Wat is radicaal?”
Sinan legt uit wat hij bedoelt: “In Nederland zijn alle kleuren van de regenboog. Respecteer jij andersdenkenden? Kun je dat aan? Hoe weten we dat het goedkomt met jou?” Daarop antwoordt Abdullah nogmaals geruststellend: “Ik ben niet gevaarlijk.”
De hele documentaire kun je hier terugkijken.