Het drama staat bij menig Nederlander voorgoed in het geheugen gegrift: de vuurwerkamp in Enschede. Ook Gaël (38) denkt nog vaak terug aan die zwarte dag. In de zesdelige WNL-serie Redding na de Ramp doet hij zijn verhaal.
Een explosie in een vuurwerkopslagplaats zorgt op 13 mei 2000 voor een ramp met ongekende gevolgen.

Gaël (destijds 14) kijkt in ‘Redding na de Ramp’ terug op vuurwerkramp: 'Denk dat ik zo’n tien meter door de lucht vloog'
Vuurwerkramp
Welmoed Sjitsma gaat in deze aflevering langs bij Gaël in Enschede, om te praten over de ramp waar hij nog iedere dag aan terugdenkt. “In 2000 zat ik in de tweede klas. Ik speelde basketbal en gitaar. Ik was een doodnormaal kind”, begint hij zijn verhaal. “Het was een hele mooie dag, er was geen wolkje aan de lucht. Ik was met mijn broer en zijn vrienden. We zijn met z’n allen de stad ingegaan om te gaan hangen. We zaten boven in het restaurant van de V&D, dat bestond toen nog. Je kon over de hele stad uitkijken.”
Op dat moment breekt de veelbesproken brand uit in de vuurwerkopslagplaats. “We zagen in de verte een rookpluimpje opkomen, dus we zijn gaan kijken. We wilden zien wat er aan de hand was.” De jongens komen even later aan bij de plek van de brand. “Daar stonden toen zo’n 200 mensen te kijken, ook allerlei bekenden van school. We wisten niet wat er precies aan het branden was.” Gaël heeft op dat moment nog geen benul van welke ramp hem te wachten staat: “We waren jong: ik was veertien, mijn broer was zestien. We gingen eigenlijk gewoon kijken bij een brandje, omdat het ons wel spannend leek. Mijn broer zei zelfs: ‘Wie weet gebeurt er nog iets spannends.'”
Ramp
Dan gaat het helemaal mis. Het vuurwerk knalt vanuit de opslagplaats de woonwijken van Enschede in. “Iedereen rende weg. Ik ben toen ook weggedoken, onder een afdakje. Ik ben helemaal ineengedoken op de grond gaan liggen, met mijn rug naar de brand toe. Toen dacht ik bij mezelf: zodra het wat rustiger wordt, dan ga ik ook rennen.” Gaël wacht geduldig af. “Toen werd het even later wat rustiger. Ik dacht: dit is mijn kans, ik moet gaan rennen.” Het noodlot slaat toe. “Ik sta op, zet drie of vier stappen en toen kwam de grote explosie.”
Gaël herinnert zich dat bewuste moment nog goed. “Het was alsof een deken van lucht mij optilde. Ik denk dat ik zo’n tien meter door de lucht ben gevlogen. Ik kwam vervolgens terecht op mijn buik.” Het lukt de tiener om omhoog te komen. “Toen stond ik op, mijn oor suisde helemaal.” Hij beseft zich op dat moment nog niet hoe erg hij eraan toe is: “Maar toen keek ik naar beneden. Ik had lichte kleding aan en daar kwam bloed doorheen. Ik dacht: shit, ik ben gewond. Toen ben ik bij één van die huizen daar naar binnen gegaan. Ik lag daar tegen de trap aan. Ik zag het bloed over de tegels lopen. De bloedplas om mij heen werd steeds groter. Ik wist toen: dit is niet goed.”

Redder
Er verschijnt een brandweerman in de deuropening van de woning. “Het eerste wat hij in zijn portofoon zei was: ‘Er ligt hier een jongetje, hij gaat dood. We moeten nu een ambulance hebben.'” Die woorden komen hard binnen bij de destijds nog piepjonge Gaël. “Toen dacht ik: shit, ik ga dood. Ik raakte in paniek en begon te huilen. Mijn moeder was op dat moment terminaal ziek, ze had kanker. Die had niet lang meer te leven. Ik legde aan die brandweerman uit dat ik niet huilde omdat ik doodging, maar dat ik niet wou dat mijn moeder – voordat ze zelf dood zou gaan – zou moeten meemaken dat ik dood zou gaan. Toen schoten ook bij de brandweerman de tranen in zijn ogen.”
Uiteindelijk wordt Gaël door de brandweerman en enkele omstanders naar het ziekenhuis gebracht. “Het had weinig gescheeld of ik was er niet meer. Een blok beton, zo groot als een vuist, was via mijn rechterzij met 600 kilometer per uur door mijn ribben heen geslagen en in delen door mijn hele buik gegaan. Een bepaald deel is aan de andere kant er uitgaan. Mijn ingewanden waren kapot.” Toch weet hij, met behulp van enkele operaties, uiteindelijk volledig te herstellen. “Ik heb nergens meer last van. Ik heb wel van top tot teen littekens, ik zit helemaal onder.”
In het programma ontmoet Gaël na 24 jaar de brandweerman die zijn leven heeft gered. Een man aan wie hij iedere dag nog even denkt. “Hij is echt mijn redder. Daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor.”
De hele aflevering van Redding na de Ramp kun je hier terugkijken.
