De Kaasfabriek
Amsterdam, 1892. Lydia rouwt om de dood van haar ouders, die kort na elkaar zijn overleden. Ze heeft hun huis in Amsterdam en buitenhuis in Purmerend geërfd. Ondanks het verlies zit ze vol ideeën voor de toekomst en voor het uitvoeren van haar vaders plannen: een moderne kaasfabriek beginnen, op stoomkracht en met een hoge productie.
Maar als vrouw alleen mag ze geen onderneming starten: ze moet samenwerken met een moderne boer uit de omgeving, Huib Minnes. Samen bouwen ze de grootste kaasfabriek van Noord-Holland.