Zelfs zonder naam, met alleen een vage herinnering of nóg minder dan dat, gaan Caroline Tensen en familiedetective Els Leijs in ‘De Reis van je Genen’ op zoek naar familieleden die eerder niet te vinden waren. Mét succes.
‘Zij zocht hem al vijftig jaar, hij wist niet eens dat hij een dochter had.’
Caroline, het onderwerp is jou niet onbekend. Hoe voelde het om weer in de wereld van DNA te duiken?
“Als een enorm cadeau. De Reis van je Genen gaat namelijk verder dan waar we met DNA Onbekend moesten stoppen. We vergeleken daar meneer A en meneer B en daar kwam dan A, B of vaker geen van beiden uit. Mensen samenbrengen, zeker als ze elkaar al jaren zoeken, vind ik het mooiste wat er is. Wéér iemand teleurstellen: verschrikkelijk. Ik moest zo vaak vertellen dat er toch geen match was, dat ik daar soms wel depressief van werd en ook slapeloze nachten van had.”
“Ondertussen hoorde ik over de nieuwste DNA-technieken die zo snel ontwikkelen. En over Els die daar als familiedetective al jaren mee bezig is. Je begrijpt: ik was meteen enthousiast. Maar mijn eerste vraag was ook: kunnen we nu dan écht mensen vinden? Maar ja, Els vindt ze.”
Hoe doe je dat, Els?
“Het heeft voor een groot deel met de techniek te maken: stap je op de fiets óf in de auto bij Max Verstappen. Dat is nogal een verschil. Wanneer je een test doet om te kijken wie je vader is vergelijk je maar twintig stukjes DNA. Maak je gebruik van internationale databanken, zoals wij nu, heb je zo 700.000 stukjes om te analyseren. Daar komt meestal niet meteen een vader of moeder uit, maar je krijgt er wel honderden verre neven en nichten bij. Dan begint het puzzelen en bouwen van uitgebreide familiestambomen.”
Hoe klein zijn de aanwijzingen?
Els: “Soms weten we alleen dat iemand blauwe ogen heeft en atletisch gebouwd was. Of dat de Amerikaanse militair luistert naar de naam John en ooit gestationeerd was op legerbasis van Soesterberg. Een speld in een flinke hooiberg, maar we doen er alles aan die te vinden. Als het makkelijk was geweest, hoefden wij er natuurlijk niet aan te pas te komen.”
Maakte de pandemie de zoektocht nog moeilijker?
Caroline: “Het vertraagde de boel natuurlijk wel. Niet iedereen woonde in Nederland. Dus stonden we constant op scherp: mogen we al vliegen? Met die John spraken we uiteindelijk af in Canada. Voor deze ontmoeting zat hij vier hele dagen met zijn vrouw in de auto. Zijn dochter was al vijftig jaar op zoek, hij wist niet eens dat hij een dochter had. Ze hadden elkaar nog nooit gezien en toch voelde het direct als thuiskomen. Dat zag je toen ze haar hoofd op zijn schouder legde. Zo’n moment is met geen pen te beschrijven, de tranen komen dan ook bij mij.”
Lukt het altijd?
Els: “Uiteindelijk is iedereen te vinden. Al moet je soms wel een lange adem hebben. Met één case leek het even niet te lukken, dat laat me dan niet los. Al laat ik mijn zicht nooit vertroebelen door emotie. Slapeloze nachten heb ik er dus niet van, maar het eerste wat ik doe na het wakker worden is toch weer achter die computer duiken. En bedenken: wat kan ik nu nog proberen?”
Caroline: “Toen we diegene na negen maanden zoeken dan toch vonden – niet in Nederland, maar ergens op een boot in Spanje – schoten we vol. Was het tóch gelukt. Dat zijn toch wel de pareltjes.”
Zijn het altijd mooie verhalen?
Caroline: “Ze ontroeren altijd. Ook als het niet loopt zoals gehoopt. Omdat degene die je zoekt bijvoorbeeld net is overleden. Het speurwerk van Els kon dan soms wat verzachten. Heb je misschien niet je moeder gevonden, maar er wel een halfzus bij. Iemand die je alles kan vertellen over waar je vandaan komt. Dat is zo waardevol. Het is niet altijd een mooi verhaal, maar het is wel jouw verhaal. Het is van zo’n groot belang dat te kennen.”
De Reis van je Genen is vanaf dinsdag 7 december te zien op RTL4.