Wanneer je in verwachting bent van je tweede kindje, weet je al wat van zwanger zijn, bevallen en opvoeden. Maar er is ook veel waar je nog geen idee van hebt.
Lynn Berger, die het boek De tweede – Over het zijn en krijgen van een tweede kind schreef, deelt 7 inzichten.
1. Vaders en moeders zijn vaak bang dat hun eerste kind jaloers zal zijn op de tweede.
Maar in de praktijk blijkt dat reuze mee te vallen. Kinderen kunnen wel jaloers zijn en zich wat agressiever of kinderachtiger gaan gedragen, maar bij de meerderheid is dit niet heftig en na vier maanden zijn de meeste kinderen sowieso weer de oude. En wie dan toch nog een beetje jaloers blijft, is zeker niet gebaat bij straf. Met geduld, liefde en begrip komt de oudste er vanzelf weer bovenop.
2. We denken dat het eerste kind verstandiger is en het tweede rebelser. We denken dat het eerste kind neurotischer is en het tweede socialer.
Allebei onzin. In recente, zeer uitgebreide studies die hiernaar zijn gedaan is geen enkel verband gevonden tussen iemands plek in het gezin en welk persoonlijkheidskenmerk dan ook. Het karakter van je zoon of dochter wordt dus niet bepaald door de geboortevolgorde.
3. Eerste kinderen hebben gemiddeld een iets hoger IQ dan tweede kinderen.
Dat klopt. Veel is het niet en je hebt er een IQ-test voor nodig om het te merken, maar het IQ van het eerste kind ligt gemiddeld twee à drie punten hoger dan dat van het tweede kind. Daarnaast is gebleken dat de oudere kinderen gemiddeld iets langer zijn én een grotere kans hebben op allergieën en eczeem dan de tweede.
4. Moeders van twee kinderen verdienen minder dan moeders van één. Gemiddeld dan.
De keuze om wel of niet te kiezen voor een tweede kind wordt weleens uitgelegd als een economische keuze. Want hoe meer kinderen een vrouw krijgt, hoe groter het ‘gat’ is dat ontstaat op haar cv. En hoe groter dus de impact op haar toekomstige inkomen. Ook hier geldt: gemiddeld gezien.
5. Enig kinderen zijn niet verwender, egoïstischer of zieliger dan kinderen die opgroeien met een broer of zus.
Uitzonderingen zijn er altijd te vinden, maar wetenschappelijk bewijs dat er verschil zou zijn, is er niet. Als enig kinderen al ergens last van hebben, dan zijn het de vooroordelen die er over enig kinderen bestaan.
6. Een tweede kind kost zijn of haar ouders nauwelijks meer tijd dan één kind.
Dat twee kinderen meer tijd in beslag nemen op de lange termijn zal geen verrassing zijn. Maar per dag valt dat mee: tussen de zes en zestig minuten per dag, zeggen wetenschappers. De meeste van deze kinderen worden immers tegelijkertijd verzorgd.
7. Op jonge leeftijd vormen kinderen mede elkaars ontwikkeling.
Wanneer kinderen klein zijn, brengen ze meer tijd door met hun broer of zus, dan met hun ouders. Niet gek dus dat ze ook elkaars ontwikkeling vormen. Dat doen ze ieder op hun eigen manier: zo blijken eerste kinderen die de moeite nemen hun jongere broertje of zusje te onderwijzen het vaak wat beter te doen op school dan kinderen die dat niet doen, en zijn tweede kinderen gemiddeld wat beter bestand tegen sociale stress, waarschijnlijk omdat de eerste als ‘buffer’ dient.
Wij spraken Lynn Berger uitgebreid over haar boek, dat dinsdag in de winkel ligt. Lees dat interview hier.