In 2018 werd aan Nederlanders gevraagd of ze de afgelopen twee weken moeite hadden gehad met slapen. Het CBS doelde daarbij op moeilijk in slaap komen en ’s nachts of te vroeg wakker worden. Ongeveer 24 procent zei daar ‘ja’ op: drie procent meer dan het jaar daarvoor. Terwijl ruim tachtig procent van de werkenden juist wel geniet van een goede nachtrust, ligt bijna zestig procent van de arbeidsongeschikten ’s nachts naar het plafond te turen.
Humeurig
Ruim vier op de tien mensen gaven aan dat een slechte nachtrust een negatief effect op de rest van hun dag heeft. Zij zeiden zich minder goed te kunnen concentreren op hun werk, maar bijvoorbeeld ook vergeetachtig en humeurig te zijn. Ook hier hebben arbeidsongeschikten meer last van dan anderen. Ruim tachtig procent zegt niet goed te kunnen functioneren door slaapproblemen.
Arbeidsongeschikten hebben daarnaast vaker geestelijke problemen, langdurige aandoeningen en pijn. Deze problemen hangen samen met slaapproblemen. Toch concludeerde het CBS dat ook arbeidsongeschikten zonder deze problematiek meer kans hebben om slechte slapers te zijn.