Het Engelse stel dat het geslacht van hun baby al 17 maanden geheim houdt, kreeg een stroom aan (kritische) reacties binnen. Wij vroegen ons af: is zo’n genderneutrale opvoeding eigenlijk goed voor een kind?

Wat doet geslachtsgeheimhouding met een kind? Een pedagoog vertelt
Wij belden erover met pedagoog Marije Lagendijk.
Verkeerd ‘gelabeld’
Het Engelse stel wil hun baby Anoush (1) de kans geven om zich “zelfstandig als jongen of meisje te ontwikkelen”, zeggen ze in het BBC-programma Inside Out. Marije begrijpt dat je een kind op zijn of haar eigen manier wilt laten opgroeien, maar benadrukt dat het op den duur ingewikkeld kan worden. “In onze huidige samenleving is zo’n keus nog heel ongebruikelijk. Er is gelukkig steeds meer aandacht voor kinderen die voelen dat ze verkeerd ‘gelabeld’ zijn, maar dan is het oorspronkelijke geslacht wel altijd duidelijk.”
Lees ook
Je kind genderneutraal opvoeden en aanspreken met ‘hen’: 8 x jullie mening
Voer voor discussies
Voor een baby maakt geslachtsbenaming nog niet zoveel uit, vertelt Marije. “Als je jouw kind maar genoeg aandacht en liefde geeft, heeft het ontbreken van ‘hij’ of ‘zij’ nog weinig impact. Vanaf de peutertijd is dat een ander verhaal. Kinderen gaan zich afvragen wie ze zijn en wat voor lichaam ze hebben. Als je eruit ziet als een meisje, is het best verwarrend dat je thuis niet zo benoemd wordt.” Kinderen zijn daarnaast behoorlijk recht voor z’n raap. “Dat kan heftige discussies opleveren. Een peuter zegt snel: ‘Ik heb een piemeltje, en jij niet. Daarom ben jij een meisje.’ Zo’n situatie kan vervelend voor een jong kind zijn.”
Lees ook
Karins dochter (8) werd geboren als jongen: ‘Mama, heeft jouw buik mij wel goed gemaakt?’
Acceptatie
Marije acht acceptatie dan ook belangrijker dan geslachtsgeheimhouding. “Ik snap het doel daar gewoon niet van. Ik heb zelf een dochter van bijna vier. Zij speelt het liefst met auto’s. Dat accepteren én stimuleren we. Ik ga haar niet verplichten om met poppen te spelen, puur omdat ze een meisje is. Wat ik zou aanraden: je kind zoveel mogelijk aanbieden, en dan kijken waar voor gekozen wordt. Ook als je een kind wel ‘hij’ of ‘zij’ noemt, laten ze vanzelf wel horen waar ze écht blij van worden. Daar hoef je als ouder niet zoveel voor te doen.”