In de Netflix-documentaire ‘Seaspiracy’ laat filmmaker Ali Tabrizi met gevaar voor eigen leven de duistere wereld van de visserij zien.
Verwacht veel machtsmisbruik, vuurrode zeeën van bloed en schokkende beelden.
Seaspiracy
Regisseur Ali Tabrizi is al vanaf zijn jeugd onder de indruk van de oceaan. Uit liefde voor het blauwe onbekende begint hij aan een documentaire over het onderwaterleven. Daar komt hij snel op terug: “De romantisch visie die ik had veranderde volledig tijdens het filmen. Ik kwam een kant onder ogen die ik nog niet kende.”
Daarmee doelt hij op de acht miljoen ton plastic die de mens elk jaar in de oceaan stort. Kort na die ontdekking komt hij achter een nog veel groter probleem: de commerciële visserij. En dan niet de gemiddelde haring-vissersboot, maar de drijvende slachthuizen van vissen, dolfijnen en walwissen.
Visserij
Voor zijn onderzoek gaat Tabrizi naar het Japanse vissersdorp Taiji, waar ze dolfijnen vermoorden. Niet om te verkopen voor hun vlees. Ze worden afgemaakt omdat ze alle vis opeten. Tenminste, dat is wat de Japanners zeggen. In feite is het een dekmantel voor hun eigen malafide praktijken: het leegvissen van de oceaan. En ze zijn niet bepaald blij met de komst van de filmcrew.
Na Japan vliegen ze naar Hong Kong voor de handel in haaienvinnen. Ook hier is de camera een ongewenste gast. Ze filmen alles stiekem met spycams. De documentaire eindigt op de Faeröer Eilanden, waar vissers jagen op een zeldzame walvissoort.
Cowspiracy
De shockerende documentaire is het vervolg op Cowspiracy, een documentaire over de vleesindustrie uit 2014. Na het zien van die documentaire stapten veel kijkers over naar een vegetarische lifestyle.
Naast een enorme hoeveelheid dood en verderf komen de makers ook met oplossingen voor het probleem van de visserij. Dat is volgens Tabrizi hard nodig. Want als er niets gebeurt, zijn in 2048 alle oceanen uitgestorven. Net als wij.