Een vrouwenverzamelaar, was het oordeel over de getrouwde minnaar van mijn vriendin. Ze is er wat ongemakkelijk bij, maar eigenlijk gelooft ze het niet echt.
“Ze zit er toch ook wel eens naast?”, zegt J. wanneer onze mediamieke vriendin Marion weer weg is. “En ze zei ook dat hij bij mij misschien heeft gevonden wat hij zoekt…”
Ik knik bevestigend. Natuurlijk kan dat. Dat wil ze ten slotte horen.
Liefde is blind. ‘En Jan kan niet zien’, zei mijn moeder er dan altijd achteraan. Ik weet niet waar dat precies vandaan kwam, maar het klonk ontnuchterend.
Ze had alleen ongelijk. Jan kan uitstekend zien, alleen doet hij dat door een enorme roze bril. Zoals mijn vriendin, zoals ik, zoals de meesten van ons als we verliefd zijn.
Ik zie de getrouwde minnaar voor wat hij is. Hij vindt J. opwindend en het gaat vooral om de sex. Zij denkt dat er iets moois groeit. Maar het enige dat bij hem groeit is zijn penis, geen gevoelens. Dat zal ze pas achteraf zien.
Wat zou het makkelijk zijn als we vooraf konden zien wat we achteraf weten. Soms krijg je weleens een klein voorproefje van het achteraf. Maar tegen beter weten in bedekken we dat niet alleen met de mantel der liefde, we stoppen het flink in.
Ik heb genoeg vriendinnen zien zwijmelen over hun verovering en uiteraard maak ik mezelf daar ook schuldig aan.
Wat een vaste relatie betreft is mijn reistijd van verliefdheid naar verveling meestal een jaar of twee, max drie. Langzaam verkleurt mijn bril totdat er geen spatje roze meer is te ontdekken en de realiteit overblijft. ‘Dan wordt het houden van…’ is het cliché. In veel gevallen wel, bij sommige mensen niet. Ik ben een sommige mens. Zonder roze bril vind ik er geen zak aan.
Ik weet nog dat ik een geliefde had die een enorme smulpaap was. Elk weekend stond ik in de keuken. Roerde in de potten en pannen dat het een lieve lust was en fabriceerde de heerlijkste maaltjes. Ik kocht zelfs een schortje. Hij liet zich het vertroetelen flink welgevallen. Steevast schraapte hij zijn bordje leeg en zeeg dan neer op de bank. Buik omhoog. ‘Wat schattig,’ dacht ik in het begin. ‘Hij vindt mijn eten zo lekker.’ En ‘Ach, wat praat hij altijd lief over zijn moeder.’
Zo waren er meer dingen die ik roze inkleurde. Pas achteraf zag ik dat het een grote kleuter was, een onvolwassen zelfverwenner. Daarbij ook nog een moederskindje, die als hij niet bij mij was zich gezellig bij mama liet bedienen.
Op een mooie zaterdagavond verorberde hij twee borden van mijn verse tagliatelle met basilicum en zei: ‘Lekker schatje, maar niks wint het van de macaroni van ma.’ Nog voor ik de tafel afruimde, heb ik zijn tandenborstel en weekendtas ingepakt en hem terug gestuurd naar zijn moeder.
De mantel der liefde hing aan de kapstok, de roze bril lag aan gruzelementen. Wanneer het eenmaal zo ver is, heb ik ook geen idee meer wat ik ooit in mijn lang-zal-ze-leven aantrekkelijk aan hem vond. Want als je het eenmaal ziet, dan zie je het en is er voor mij geen weg meer terug.
Ik vraag me af hoe ik straks naar Mehmet zal kijken. Nu kan ik me nog niet voorstellen dat hij me gaat vervelen. Daar doseert hij zijn gezelschap ook te zuinig voor. Niet voor niks bestaat de uitdrukking ‘absence makes the heart grow fonder’. Daar is zelfs onderzoek naar gedaan en het blijkt te kloppen.
Geliefden die elkaar niet zo vaak zien, hebben diepgaandere en meer betekenisvolle interacties met elkaar, hetgeen weer leidt tot een hoger level van intimiteit – in tegenstelling tot koppels die elkaar elke dag zien.
Ik kan dat onderstrepen. Want doordat ik Mehmet niet zo vaak zie als ik zou willen, heb ik uitgebreid de tijd om over hem te fantaseren, daarbij niet gehinderd door de realiteit. Ik kan het scenario precies zo schrijven zoals ik zelf wil. Hoe een vakantie met hem zou zijn, hoe het zou zijn als hij elke avond uit zijn werk bij mij zou komen. In mijn hoofd allemaal superopwindend.
In mijn script bestaan geen dagelijks beslommeringen, geen kinderen die huiswerk moeten maken, geen ruzies, is hij nooit chagrijnig, laat geen winden en snurkt niet. De hunkering blijft, de verzadiging komt niet. Ik ben benieuwd naar ons achteraf, want ook al is hij niet Mr. Right, hij is in ieder geval Mr. Right Now.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering verschijnt vrijdag 21 mei om 20.00 uur op LINDA.nl.
Lees ook
‘We hebben het niet over een slippertje, maar een langdurige affaire’