Columnist en journalist Carol Rock (47) schrijft over wat haar opvalt in het nieuws. Deze week schrijft ze over het appgedrag van Nederlanders.
Ik val maar meteen met de deur in huis. Er wordt veel te veel geappt in dit land en ik vind dat bloedirritant. En het ergste vind ik dat onze kinderen onze onpersoonlijke manier van communiceren overnemen.
Gisteren kregen wij een mailtje van de school (godzijdank geen appje). Een paar meisjes, tussen de acht en twaalf jaar, hadden zich als ware Mean Girls ontpopt op de klassenapp. De leerkracht was zich rot geschrokken: dit waren meisjes die zich in de klas keurig naar elkaar gedroegen. Pesten via WhatsApp is al langer een probleem. En dat constant naar je telefoon turen in plaats van naar je kind heeft een negatief effect op de ontwikkeling van kleine kinderen, las ik onlangs. Tijd om dat ding vaker weg te leggen.
Lees ook
‘Na jaren treinellende heb ik met gierende banden mijn rijbewijs gehaald’
Soms zie ik ze op de snelweg, zo’n slingeraar die met 50 kilometer per uur op de middelste baan het bloed onder mijn nagels vandaan haalt. Als ik dan eindelijk de medeweggebruiker voorbij rijd, zie ik vrijwel altijd dat er hevig geappt wordt achter het stuur. Hoe belangrijk is dat berichtje als je daarvoor het leven van jezelf en alle andere automobilisten riskeert?
Minstens net zo erg vind ik bepaalde groepsapps. Soms pak ik nietsvermoedend mijn telefoon en zie dat er 57 berichtjes zijn binnengekomen, allemaal van nummers die ik niet ken. Blijkt dat ik weer ben toegevoegd aan een ‘Bijna Jarig!!!!!’-appgroep, waar iedereen al gereageerd heeft met ‘Leuk, wij zijn erbij’, of ‘Oh wat jammer, dan zitten we op Tenerife’ en iemand anders die daarop reageert met ‘Ooow, héél vervelend’.
En dan de werkapps. Als je bij televisie werkt, stromen elke avond ongevraagde updates over talkshows – waar je waarschijnlijk net zelf naar zit te kijken – binnen. Ik reageer dus zelden op berichtjes in de werkapp. Sorry, als je me nodig hebt, kun je me bellen. Je hebt die telefoon toch al in je hand. En tijdens kantooruren kun je even naar mijn bureau toelopen, effe de beentjes strekken. Er is niets zo achterlijk als een berichtje ontvangen van een collega die tien meter bij je vandaan zit.
Lees ook
Met nieuwe WhatsApp-functie weiger je groepen en zo stel je dat in
’s Avonds op de bank gaat het appen onverstoord door. Een drolsmiley naar de vriendenapp, een update (‘kijk mij eens altijd betrokken zijn’) naar de werkapp. Een net iets te onaardige sneer naar oom P op de familie-app, waarop tante K weer beledigd reageert. Met een onbedoelde explosie van boze en verontwaardigde appjes van de rest van de familie tot gevolg. Eindigend met ‘neef A heeft de groep verlaten’. Allemaal vanwege dat ene, ongenuanceerde, in een impuls verstuurde berichtje. En naast jou zit man- of vrouwlief eveneens verstrengeld in ingewikkeld WhatsAppverkeer. Het is te treurig voor woorden.
Kinderen weten dus niet beter dan dat alle contact het beste via een schermpje onderhouden kan worden. Ze krijgen niet (net zoals wij vroeger) mee dat je ook met elkaar kunt afspreken. Ruziemaken, roddelen, plagen, we doen het allemaal. Maar de toon wordt een stuk akeliger als we het van achter de veiligheid van dat schermpje doen en de nuance soms helemaal wegvalt.
Lees ook
Kinderen van drie kijken 150 minuten per dag naar een scherm (en zo voorkom je dat)
Een halfuurtje koffiedrinken en je bent helemaal bijgepraat. Bellen kan ook, vermindert de kans op scheefgroeiende nekwervels. Of stuur een geschreven uitnodiging, kun je meteen checken of je überhaupt nog kunt spellen zonder autocorrect.
Oh, en kinderen van negen hebben écht nog geen telefoon nodig. Een horloge met GPS en belfunctie werkt ook. Kijk elkaar gewoon weer eens aan en práát met elkaar. Klinkt misschien heel erg 2009, maar het is echt heel leuk!