Vanaf gisteren is het dan echt zover: we zitten thuis. Man, ik en onze driejarige dochter. Ja, en de kat, maar die zit al dertien jaar in lockdown, dus die maakt zich nergens druk om – behalve of er nog brokjes zijn.
De afgelopen 24 uur heb ik alle emotionele stadia doorlopen. Eerst ongeloof: gebeurt dit echt? Is het geen vreemde droom? Zit ik in een aflevering van Black Mirror waarin mijn eigen sciencefictionverhaal werkelijkheid is geworden?
Daarna strijdlust: we hebben het hele huis gepoetst, boodschappenlijsten gemaakt, een dagplanning voor de dochter. Gistermiddag voelde ik zelfs een soort blijdschap: de isolatie voelt ergens als een noodgedwongen vakantie, gezellig samen op elkaars lip, dingen doen waar we anders nooit tijd voor hebben.
Maar vanochtend brak het zweet me uit. In de kranten werd her en der al gesproken over de volgende griepgolf, komende winter, en dat deze hele maatschappelijke stilstand weleens tot aan de zomer van 2021 zou kunnen duren.
Plotseling begin ik te malen. Kan mijn dochter nu anderhalf jaar niet naar school? Waar ga ik als zzp’er anderhalf jaar lang geld vandaan toveren? En vooral: hoe gaat dit alles ons bestaan veranderen, kunnen we ooit terug naar normaal?
Terwijl mijn eigen hoofd doorraast zie ik het als mijn belangrijkste taak om ervoor te zorgen dat mijn driejarige dochter een normale, fijne en zinvolle daginvulling heeft. Gisteren probeerde ik haar uit te leggen waarom ze voorlopig geen andere kindjes zal zien, en niet naar de opvang kan.
“Er zijn heel veel mensen ziek, en als we allemaal thuisblijven worden ze weer beter.” Ik wil niet tegen haar liegen, maar haar ook niet onnodig bang maken. Ze reageerde nuchter. “Oké mama, mag ik nu met de duplo spelen?”
Later vanochtend was dat al anders. Ze begon de namen op te noemen van alle kindjes en leidsters die ze mist, en bleef maar vragen wanneer ze terug mag. Ik probeer er niet aan te denken dat ze waarschijnlijk nog maar één keer terug zal gaan: om afscheid te nemen voordat ze naar school gaat.
Dat duurt namelijk niet lang meer, en ik heb niet de illusie dat deze crisis voor die tijd afgelopen zal zijn. Sterker nog: misschien duurt dit wel zo lang dat ze haar vriendjes überhaupt niet meer ziet. Mijn hart breekt als ik daaraan denk.
Daarom heb ik me voorgenomen ervoor te proberen te zorgen dat dit een tijd wordt waarin mijn dochter zich veilig en geborgen voelt. Ik zal met haar spelen, met haar leren, met haar meegroeien, en ik zal voor haar gemoedsrust weigeren om me door paniek te laten verlammen. Of dat makkelijk wordt? Vast niet. Maar moederschap geeft me wel een verdomd goede motivatie om de crisis te weerstaan.
Lees ook
Liveblog coronavirus: Limburgse ziekenhuizen dicht voor bezoek, Maastricht UMC uitgezonderd
Aafke Romeijn (33) is schrijver, muzikant, vlogger, fervent Twitteraar én schrijft wekelijks een column voor LINDA.nl.