De rechtbank in Amsterdam heeft maandag celstraffen tot 36 maanden opgelegd aan vijftien mannen die betrokken waren bij een ‘cokemanege’ in het Drentse Nijeveen.
De mannen werden ruim een jaar geleden aangehouden bij een inval in de grote cocaïnewasserij.
De 65-jarige Jan B., eigenaar van de manege waarin de wasserij was gehuisvest, kreeg de hoogste straf van 36 maanden. Veertien anderen, onder wie dertien Colombianen, kregen 30 maanden cel. Tegen allemaal eiste het OM afgelopen juni vier jaar gevangenisstraf.
De rechtbank strafte milder dan de eis, onder andere omdat bleek dat de werkomstandigheden in het drugslab “bijzonder onaangenaam” waren. Het werk was “min of meer” gedwongen en er was geen daglicht. De straf voor B. viel lager uit, omdat de rechtbank niet bewezen achtte dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van drugsgelden.
Jongeren gebruiken meer drugs, hulpverleners maken zich zorgen
De opsporingsdiensten kwamen de Drentse ‘cokemanege’ op het spoor na de geslaagde hack van chatdienst Encrochat. Ze betitelden de wasserij na de inval als de grootste ooit in Nederland aangetroffen. Het OM liet eerder weten dat het verwerkingslab zo’n enorme capaciteit had, dat het bij een jaar productie goed was voor een opbrengst van ruim 2,1 miljard euro.
De wasserij heeft vermoedelijk slechts enkele weken gedraaid, maar was volgens het OM in die periode al goed voor een dagomzet van 3 tot 5 miljoen euro. In de wasserij lagen tienduizenden liters chemicaliën en ongeveer honderd kilo cocaïnepasta. Bij een inval in Apeldoorn stuitten agenten nog eens op 120.000 kilo steenkool, waarvan 22.000 kilo cocaïne bevatte.
Later zal er nog een groep verdachten terecht staan die een grote rol in de organisatie van de ‘cokemanege’ zouden hebben gehad. Onder hen is ook een politieman die tegen betaling informatie zou hebben geleverd aan hoofdverdachte Oguz H. uit Tilburg. De officier van justitie betitelde H. eerder als “de initiator” van het lab in Nijeveen, de “drijvende kracht” die iedereen aanstuurde en de contacten over cocaïneleveringen onderhield met Colombia.
In de tweede zaak loopt het onderzoek nog volop. Eind september maakt de rechtbank een tussenbalans op. Naar verwachting is de inhoudelijke behandeling in de eerste helft van 2022.
'Op de Zuidas is cocaïne net zo normaal als een werkweek van zeventig uur'
