De verdwenen middeleeuwse Deense stad Rungholt werd jaren gezien als mythe. Maar niets blijkt minder waar: archeologen hebben de grote kerk van de stad ontdekt op – jawel – de bodem van de Waddenzee.
En nee, dit gaat niet over Atlantis.
Mythe van Rungholt
Voor de westkust van Duitsland lag een groot Waddeneiland genaamd Strand. Een aantal eeuwen geleden bevond zich hier ook de rijke handelsplaats Rungholt. Mensen van over de hele wereld kwamen naar het havenstadje en handelden daar in zout, barnsteen en koeien. Maar op 16 januari 1362 kwam er een eind aan de welvaart. Door een westerstorm verdween de stad – en zijn duizenden inwoners – in één nacht.
De overstroming werd netjes gedocumenteerd. Maar ondanks dat werden Rungholt en de Eerste Grote Mandrenke, zoals de ramp werd genoemd, jaren vergeleken met een mythe als Atlantis.
Archeologen
Maar met geavanceerde technologie wisten archeologen van onder andere de Johannes Gutenberg Universität in Mainz de verdwenen stad op te sporen, diep in de bodem van de Waddenzee. De onderzoekers gebruikten onder andere gradiometrie, waarbij de magnetische golven onder de grond worden gemeten.
Ook deden ze een beroep op seismiek, waarbij ze de bodem afzoeken met geluidsgolven.
Grote kerk
De archeologen ontdekten een afwateringsinstallatie, een dijk en twee kleine kerkjes. Maar als kers op de taart vonden ze ook de grote kerk van Rungholt. Met een omvang van 40 bij 15 meter is het het grootste bouwwerk in het onderzochte gebied van zo’n 10 vierkante kilometer.