De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft inmiddels meer dan 1100 gevallen van besmetting met apenpokken gekregen. Het gaat om besmettingen buiten de Afrikaanse landen waar de ziekte vaker voorkomt.
De infecties werden gerapporteerd in 29 landen, waaronder veel Europese.
Begin mei werden de eerste besmettingen buiten Afrika geconstateerd. Nederland registreerde op 20 mei het eerste geval en heeft er tot gisteren 54 bevestigd. De WHO sluit niet uit dat het virus al langer ongemerkt wordt doorgegeven.
In Afrika zijn vooral knaagdieren de dragers van het virus, dat regelmatig uitbreekt. Buiten West- en Centraal-Afrika gebeurt dat zelden. Het virus kan zich verspreiden door nauw contact. Naast bultjes op de huid kunnen patiënten last krijgen van koorts, hoofdpijn, rugpijn en gezwollen lymfeklieren. Meestal is het ziekteverloop vrij mild, maar in sommige gevallen kan de ziekte dodelijk zijn.
De directeur-general van de WHO noemt het risico dat het virus ingeburgerd raakt buiten Afrika ‘reëel’. Hij zegt zich vooral zorgen te maken om kwetsbare groepen, onder wie kinderen en zwangere vrouwen.
Aantal mensen met apenpokken ruim verdubbeld
