Jarenlange lobby

De stichting Meer dan Babi Pangang pleit al enige tijd voor een plek op de lijst. Ze promoot de Aziatische cultuur en maakt zich grote zorgen om de sterke afname van Chinees-Indische restaurants. Het eten is vaak vet en zwaar, terwijl gezond en licht eten nu meer in trek is. Ook zijn er te weinig Chinese koks, waardoor de bekende gerechten dreigen te verdwijnen, vermeldt de website van het kenniscentrum.

In-Soo Radstake, oprichter van stichting Meer dan Babi Pangang, vindt dat doodzonde. “De restaurantcultuur gaat van de menukaart tot aan de manier waarop het eten geconsumeerd wordt. Maar ook het afhalen. De manier van inrichten van de zaak. De vissenkom op tafel. Het zijn allemaal dingen die erbij horen”, vertelt hij aan de NOS.  Daarom is In-Soo dolgelukkig dat de restaurantcultuur is opgenomen in de lijst.

Sambal bij?

Mark van Wonderen schreef een heel boek over de Chinees-Indische restaurantcultuur. Net als In-Soo is hij dan ook ontzettend in zijn nopjes met het nieuws. “Hele generaties zijn opgegroeid met babi pangang, foe yong hai en een portie saté”, stelt hij in de NOS.  De gerechten horen volgens Van Wonderen nou eenmaal echt bij het Nederlands cultuur erfgoed. Net als de termen ‘Sambal bij’ en ‘naar de Chinees gaan’.

Maar volgens In-Soo staat de Chinees-Indische restaurantcultuur nog voor veel meer. “Met name de laatste tien jaar boet het restaurant aan populariteit in. De missie van de eerste generatie restauranthouders is wat dat betreft te goed gelukt. Zij begonnen dat restaurant voor een betere toekomst voor de volgende generatie, zodat die generatie niet iedere dag in het restaurant hoefde te staan. Er zijn geen opvolgers”, legt hij uit.

Lees ook
Gelukkig Chinees nieuwjaar: waarom het jaar van de Os voorspoed brengt