Laagopgeleiden leven doorgaans korter en doen vaker fysiek zwaar werk. Het zou daarom eerlijker zijn de pensioenleeftijd aan te passen aan het opleidingsniveau.
Dat schrijven onderzoekers De Beer en Van der Gaag van demografisch instituut NIDI in een adviesrapport.
Leefomstandigheden
Volgens de onderzoekers zou een verschil van vier jaar binnen de pensioengrens gerechtvaardigd zijn. Hoewel het eerlijk lijkt om voor iedereen dezelfde pensioenleeftijd aan te houden, is het dat niet omdat de leefomstandigheden binnen deze groepen mensen erg verschillen. Laagopgeleiden hebben een lagere levensverwachting, beginnen eerder met werken en het werk dat ze doen is moeilijker vol te houden tot de AOW-leeftijd, zegt onderzoeker Joop de Beer in een reactie tegen de NOS.