DATEN

Sanne: 'Geen enkele relatie kan ooit winnen van het ideaal in je hoofd'

Partner gezocht. Die voor me zorgt, mijn beste vriend(in) is, maar ook mijn sexy bedpartner, én emotionele rots in de branding. Onmogelijke opgave? Best wel. Maar waar moeten we dan naar op zoek?

Vier jaar geleden dacht ik dat ik het had gevonden: de liefde in haar meest perfecte vorm. Alles aan mijn vriend vond ik een dikke hit: zijn humor, zijn zorgzaamheid, zijn borst (waar ik eindeloos tegenaan kon liggen). Wanneer hij ontbijt voor me maakte – altijd bananenpannenkoeken – voelde het alsof ik leefde in een ideaalbeeld dat geen barstjes kende. Fast forward naar nu. We zijn nog steeds samen, nog steeds blij, maar inmiddels wel wat realistischer. Ik wist heus wel dat ik zelf verre van perfect was, maar ergens dacht ik dat hij dat misschien wel was. Nu zie ik: ook hij is niet in alle opzichten de ideale match. Waar ik soms snak naar een nacht lang praten over gevoelens en levensvragen, heeft hij daar simpelweg minder behoefte aan. Hij verdiept zich liever in voetbal, ­geschiedenis en politiek. En hoewel ik dat niet minderwaardig vind, voelt het af en toe alsof we elkaar net missen op dat vlak. Heel soms denk ik: had ik niet gewoon iemand moeten daten die óók zin heeft in nachtenlang filosoferen? Het is een verleidelijk gedachte-­experiment, dat verder gaat dan alleen mijn relatie. Want ik zie het overal om me heen: ­vriendinnen die single zijn en blijven swipen omdat er misschien nog iemand leukers komt, of vriendinnen mĂ©t een relatie die voortdurend twijfelen of ze wel ‘genoeg’ uit hun liefde halen.

ALLE BALLEN OP HEM/HAAR
Ik moest hier weer even aan denken toen ik een essay in The New York Times las, over moderne liefde. Daarin schrijft twintiger Oz Johnson hoe drie mannen de relatie met haar beĂ«indigden omdat ze ‘net niet’ voldeed. De een vond haar 99 procent ideaal, een ander 90 procent; maar juist dat kleine restje was telkens reden om te stoppen. En dat terwijl we van onze vrienden vaak helemaal niet verwachten dat ze ideaal zijn. Met de een kan je uren kletsen, met de ander feesten, weer een ander is je favoriete persoon wanneer je verdriet hebt; en dat vinden we volkomen normaal. Waarom zouden we dan wĂ©l van één partner eisen dat die alle rollen tegelijk vervult? Het lijkt wel alsof we massaal geloven dat er ergens een ideale partner rondloopt, compleet met alle juiste eigenschappen – en dat je relatie dus pas klopt als je die 100-procent-versie te pakken hebt. Het idee van de ideale partner staat niet los van de tijd waarin we leven. Cijfers laten zien dat de werkelijkheid helemaal niet sprookjesachtig is: in Nederland strandt ruim een derde van de huwelijken, en tel je daar de relaties bij op die nooit een trouwjurk en/of -pak halen, dan gaat meer dan de helft uit elkaar. Toch lijkt onze generatie meer dan ooit te geloven dat er ergens een ideale match bestaat, zegt de wereldberoemde psychotherapeut Esther Perel. Zij legt in een artikel in onlinemagazine The Cut uit dat onze verwachtingen van relaties de afgelopen decennia alleen maar zijn gegroeid. Waar een partner vroeger vooral zorgde voor stabiliteit – financieel, sociaal of praktisch – verwachten we nu dat diezelfde persoon ook je beste vriend(in), sexy ­bedpartner Ă©n emotionele rots in de branding is. Doordat religie, familie en gemeenschap een kleinere rol spelen dan vroeger, komt bijna alles neer op die ene partner.

PLAN B, KOM MAAR DOOR
Het gevolg: we geloven dat die partner in ĂĄlles moet scoren, terwijl dat natuurlijk een oneerlijke opgave is. En dat ideaalbeeld blijft niet alleen in ons hoofd rondspoken, het wordt ook continu gevoed door de cultuur om ons heen. NRC schreef vorig jaar bijvoorbeeld dat de klassieke romcom – in 2013 nog doodverklaard – helemaal terug is. Films vol clichĂ©s: twee knapste mensen op aarde die elkaar klungelig tegen het lijf lopen, meteen vuurwerk voelen en eindigen in grootse romantiek. Het is precies dat Hollywood-plaatje dat ons influistert: de ware bestaat, en je herkent hem of haar meteen. Dat maakt het begrijpelijk dat vooral jonge mensen blijven geloven dat zo’n allesomvattende ­partner bestaat. Datingapps spelen daar ook een grote rol in. Recent ­onderzoek in vakblad Theoria beschrijft hoe de ­‘gamification’ van daten – swipen, filteren, matchen – ons het gevoel geeft dat we liefde bijna net zo precies kunnen selecteren als een product in een webwinkel. Op sommige apps kun je zelfs filteren op lengte, opleiding of toekomstplannen. Zo lijkt het alsof er ergens een ‘perfecte partner’-­knop bestaat die vanzelf de juiste match oplevert, als je hem maar weet te vinden. Dat idee zorgt er niet alleen voor dat we blijven twijfelen, maar het beĂŻnvloedt ook hoe we daten. Zoals columnist Gwyneth Sleutel onlangs in de Volkskrant beschreef, wordt daten door gen Z vaak ‘schemadaten’: een cappuccino tussendoor, een wandeling van 45 minuten zodat je meteen je stappen haalt. Handig en efficiĂ«nt, maar ook vluchtig. Want als de eerste indruk niet meteen ideaal is, weet je dat er morgen alweer een nieuwe date in je agenda kan staan. Het app-speelveld maakt het makkelijk om liefde te managen alsof het je agenda is: is het niet perfect, dan swipe je gewoon door naar plan B. Tegelijkertijd groeit er juist een verlangen naar houvast. Terwijl apps ons eindeloos laten shoppen naar de perfecte match, laat onderzoek van The Times zien dat gen Z meer waarde hecht aan klassieke idealen dan millennials. Waar millennials vaak minder enthousiast waren over trouwen en ‘voor altijd’ samenblijven, ziet een groter deel van gen Z het huwelijk juist wĂ©l als iets waardevols. En dat jawoord is natuurlijk doordrenkt met het idee van ‘de ideale’: één persoon met wie je alles deelt, tot de dood ons scheidt. In zekere zin zoeken jongeren dus niet alleen in apps, maar ook in oude romantische plaatjes naar bevestiging dat die ene, perfecte match bestaat.

DIKKE KEUZESTRESS
Dat verlangen naar ‘de ware’ is niet nieuw. Het grote ­verschil zit ’m in hoe we ermee omgaan. Oudere ­generaties bleven vaak samen uit plicht of noodzaak: scheiden was een taboe, of economisch simpelweg onmogelijk. Wij ­hebben die verplichting niet meer – maar juist daardoor voelen we de druk om het helemaal goed te doen. Waar je oma misschien niet kĂłn kiezen, voelt het soms alsof wij eindeloos móéten kiezen. Die spanning tussen vrijheid en perfectionisme maakt dat onze generatie misschien wel méér worstelt met liefde dan die van onze ouders.Het probleem is: dat eindeloze zoeken naar ‘de ideale’ is niet alleen slopend, het kan je relatie – als je die hebt – ook beschadigen. Psychology Today beschrijft hoe een ­verlangen naar perfectie je emotioneel steeds verder bij je partner vandaan kan trekken. Want zolang je je blijft ­afvragen of er misschien iemand beters rondloopt, ben je nooit helemaal aanwezig bij de persoon die recht voor je zit. Je raakt gefixeerd op wat er ontbreekt, waardoor de ­pluspunten verbleken en de minpunten juist uitvergroot worden. Een partner die zorgzaam, grappig en slim is, maar nĂ­Ă©t je favoriete filosoof, kan dan ineens voelen als ‘niet goed genoeg’. Geen enkele relatie kan ooit winnen van het ideaal in je hoofd.En dat zie je niet alleen in de grote lijnen, maar ook in de kleine dingen. Relatietherapeut Alicia Muñoz laat in haar boek Stop Overthinking Your Relationship zien hoe een obsessie met perfectie mini-issues kan opblazen: een vertraagd appje voelt als bewijs dat iemand je niet serieus neemt, een keer vergeten de vaatwasser uit te ruimen wordt een teken dat jullie geen match zijn. Je bent zo druk in je hoofd met alles wat beter zou kunnen, dat je de lol uit je eigen relatie trekt – en soms zelfs problemen ziet die er eerst helemaal niet waren. Zoals Muñoz zegt: het gras lijkt groener bij de buren, maar het wordt pas groener als je het zelf water geeft.

MEER MEIDEN

DEALS

LIFESTYLE

Promotional Border
Funny columns, persoonlijke verhalen en lekkere deals in je inbox.

Funny columns, persoonlijke verhalen en lekkere deals in je inbox.

Meld aan

EXCLUSIEF VOOR MEMBERS