Het is Wereld Astma Dag. Bijna 600.000 mensen in Nederland hebben astma, zo ook Demi Zand (26). Al van kinds af aan heeft ze te maken met een tekort aan lucht.
Aan LINDA.meiden vertelt Demi hoe ze met haar astma heeft leren leven.
Astma
Demi heeft van kleins af aan al last van haar luchtwegen. Omdat ze chronisch verkouden is en altijd zwaar ademt, laat ze op vierjarige leeftijd haar amandelen verwijderen. Als ze zeven jaar oud is krijgt ze kinkhoest, een infectie aan haar luchtwegen. Maar als ze daarmee naar de dokter gaat, blijkt er veel meer met haar luchtwegen aan de hand te zijn.
“Ik was met mijn ouders op vakantie en hoestte de longen uit mijn lijf. Dat was zo heftig dat ik er zelfs van moest overgeven. Maar ik was ook heel benauwd. Daar snapten we eerst niks van. Na de vakantie zijn we direct naar de dokter gegaan. Uit het doktersonderzoek bleek dat ik niet alleen kinkhoest had, maar ook astma. De astma is dus eigenlijk toevallig ontdekt”, vertelt Demi.
Jeugd
Hoewel je van kinkhoest wel herstelt, is astma een blijvende ontsteking aan de kleine luchtwegbuisjes in de longen. “Ik denk dat ik op zo’n jonge leeftijd helemaal niet doorhad wat astma inhield. Als kind denk je ook niet: ik heb minder lucht dan een ander. Ergens wist ik niet beter. Voor mij kwam dat besef pas later in mijn jeugd.”
“Ik merkte dat ik altijd een langere herstelperiode had dan andere kinderen als ik bijvoorbeeld ziek was geweest. Of als we gym hadden gehad op school merkte ik dat ik sneller buiten adem was. Ik had altijd medicijnen. Als kind is dat natuurlijk niet leuk, want je bent dan toch een beetje anders dan de rest.”
Tijdens zo’n gymles kon Demi, net als veel andere astmapatiënten, weleens last krijgen van een astma-aanval. “Ik vind het moeilijk te omschrijven hoe zo’n aanval voelt. Het lijkt op hyperventilatie. Omdat ik dan minder lucht kreeg, raakte ik snel in paniek. Vaak maakte ik mezelf zó gek dat ik er ook duizelig van werd. Op zulke momenten kost astma heel veel energie.” Haar puffer mocht dan ook nooit ontbreken in haar rugzak, hoewel ze daar op de middelbare school anders over dacht.
“Op de middelbare school schaamde ik me er toch wel een beetje voor dat ik een puffer nodig had. Net zoals dat je een beugel had als puber. Ik kon dan weleens denken: ik laat dat ding vandaag wel thuis.” Maar daar komt ze soms mee in de problemen. “Mijn moeder heeft me weleens op moeten halen van school omdat het dan niet goed ging. Dan zat ik helemaal benauwd bij de conciërge. Achteraf was dat natuurlijk niet slim, want je hebt alleen jezelf ermee. En je hoeft je natuurlijk helemaal niet te schamen.”
Ups en downs
Dat laatste is een perspectief dat ze nu ze ouder is in kan zien. “Hoe ouder ik word, hoe beter ik ermee om kan gaan. Astma belemmert me nu een stuk minder dan vroeger. Ik hoef niet meer dagelijks medicijnen te nemen en heb gelukkig weinig last van aanvallen. Ergens ben ik het inmiddels gewend geraakt om minder lucht te hebben dan anderen. Mijn vriend zei laatst: ‘Je weet half niet hoe vrij je je zou voelen als je veel meer adem had’.” Sterker nog, haar vriend merkt soms meer van Demi’s astma dan zijzelf. “Hij zegt dat hij het kan horen aan mijn ademhaling als ik op bed lig.”
Het gaat met ups en downs. “Ik heb vooral last van mijn astma als ik verkouden of ziekjes ben. Ik sport vier keer in de week en als ik dan ziek ben geweest, kan het heel lang duren voordat ik weer op mijn oude sportprestaties ben. Dat vind ik wel frustrerend, want je hebt dan wel het idee dat je terug bent bij af. Toch probeer ik dan niet te hard te zijn voor mezelf. Aan astma kan je uiteindelijk niets doen.”