REAL LIFE

Doeta was alcoholverslaafd: 'Waarom is het zo facking normaal om te drinken?'

Zuipen. Doeta Aartsma (27) begon er als student mee, maar merkte: mijn drankgebruik is een probleem geworden. “Waarom is alcohol zo facking normaal?”

“Ik had een imago opgebouwd: Doeta, het feestbeest dat lekker gek doet.
Dit beeld moest ik van mezelf vasthouden, ook als ik me helemaal niet uitbundig of fijn voelde. Dan dronk ik veel om wel die versie van mezelf te kunnen zijn. Dat was belangrijk voor me. Als kind was ik onzeker en verlegen, veel vriendinnen had ik niet. In Amsterdam ging ik feesten en zuipen en leerde ik veel mensen kennen. Ineens was ik populair. Drank gaf een positieve associatie: als ik zĂł deed, vonden mensen me leuk. Dat gevoel wilde ik vasthouden.

Op mijn vijftiende was ik voor het eerst dronken. Toen merkte ik hoe leuk dat was. Mijn ouders dronken wel, maar nooit veel. Op mijn zeventiende vertrok ik naar Amsterdam om daar te studeren. Ik was de jongste van de klas, samen gingen we vaak op stap. Zuipen was een manier van connecten en ik dronk mee in het tempo van de rest die het drinken al veel meer gewend was. Niet dat ik gepusht werd hierin, ik dronk gewoon automatisch mee.
Als student ging ik zo’n vier keer per week uit. Ik kwam uit een klein dorp, in Amsterdam met alle toffe clubs ging er een wereld voor me open. In die tijd was ik er net achter gekomen dat ik ook op vrouwen val, dus we gingen veel naar gaybars. Ik merkte dat alcohol me veel zelfvertrouwen gaf. Mijn dronkenschap had verschillende fases. Sowieso werd ik heel sociaal, maar ook flirterig. Uitgaan was gewoon op zoek gaan naar aandacht en bevestiging. In die periode tongde ik met alles en iedereen.
Nog steeds vind ik dat ik toen de tijd van mijn leven had. Ik heb het zĂł leuk gehad, zo veel vrienden gemaakt en avonturen beleefd. Maar er zat ook een keerzijde aan. Vaak zat belandde ik in mogelijk gevaarlijke situaties. Op het Leidseplein stapte ik in bij louche snorders. Dat was echt niet veilig, zeker niet omdat ik meestal zo straalbezopen was dat ik amper nog kon lopen. Mijn grenzen vervaagden. Ik had onenightstands waarvan ik achteraf dacht: was dit nou nodig? Ook had ik onveilige seks. Zulke dingen kon ik makkelijk wegdrukken. Ik was immers zo dronken dat ik me een groot deel ervan toch niet herinnerde. Daardoor raakten die dingen me ook minder.

Ik was een bingedrinker. Als ik eenmaal begon met drinken, kon ik niet meer stoppen. Dan ging het dak eraf. Ik dronk niet voor de smaak, maar omdat ik dat kriebeltje wilde. Dat gevoel na het eerste drankje: dit wordt leuk. Het gevoel van aangeschoten zijn vind ik nog steeds heerlijk. Daar begon het vele drinken van mij mee. Nu realiseer ik me dat ik ook vaak uit ongemak veel dronk. Dansen vind ik bijvoorbeeld ongemakkelijk. Ik ben heel zelfbewust, heb het gevoel dat iedereen naar me kijkt. Om dat hoofd uit te zetten, ga ik drinken.

De laatste jaren werden mijn katers steeds erger. De volgende dag twintig keer kotsen was geen uitzondering. Dan spuugde ik mijn ziel en zaligheid uit, totdat er alleen gal over was. Ik vermoed dat ik vaak tegen een alcoholvergiftiging aan zat. Geregeld moest ik afspraken cancelen door zo’n helse kater en daarmee stelde ik mensen teleur. Een vriendin van mij vierde haar verjaardag. Voor haar een belangrijk moment, want haar moeder was net overleden. En ik was zo brak dat ik niet kwam opdagen. Heel erg pijnlijk, ik schaam me er nog altijd voor. Mijn drankgebruik beïnvloedde niet alleen mij, maar ook mijn omgeving.
Het dieptepunt was toen ik tweeĂ«nhalf jaar geleden vreemdging tijdens een langdurige en serieuze relatie. Dat drukte ik zoals gewoonlijk weg: ik was dronken en wist er niets meer van. Ik gaf lekker makkelijk alcohol de schuld. Maar mijn fout kwam later toch uit en de relatie liep stuk. Daar heb ik nog dagelijks spijt van. Het was een eyeopener: nuchter was het nooit gebeurd. Waarom zoop ik zo veel als ik er alles mee kapotmaakte? Ik stopte rigoureus met drinken. Zes weken hield ik dat vol, totdat vrienden begonnen te zeggen: ‘Je gaat dit toch niet voor altijd doen? Wat saai!’

Ik begon weer met drinken, totdat ik Dry January deed. Heel chill vond ik, dus ik plakte er nog aan maand aan vast. Ik besefte dat ik het veel fijner vond zonder drank. Ik was zelfverzekerder omdat ik merkte dat ik leuk genoeg was van mezelf. Daar had ik geen drank voor nodig. En alles wat ik zei en deed, daar stond ik achter. Ik voelde me fris na een feestje, hooguit was ik wat eerder thuis. De volgende dag ging ik lekker naar de markt of sporten, mijn dagen waren ineens veel langer.
Mijn omgeving was vooral onthutst toen ik niet dronk. ‘Wanneer ga je weer normaal doen?’ kreeg ik te horen. Mensen verwachten dat je drinkt. Zo niet, dan moet je tekst en uitleg geven. Ik verdiepte me in wat alcohol met je doet en het is echt heel slecht voor je brein, je slaap en je lijf. Een glaasje wijn per dag verhoogt al de kans op borstkanker. Waarom leren we dat niet op school? En waarom is het dan zo facking normaal om te drinken? Dat vind ik bizar. Net als dat veel mensen alcohol nodig hebben, ze hunkeren ernaar om zich relaxed te kunnen voelen. Ben je dan eigenlijk niet verslaafd? Met alcohol is dit lastig te zeggen omdat drinken zo genormaliseerd is. Waarschijnlijk zijn veel mensen alcoholverslaafd zonder erbij stil te staan. We wuiven het massaal weg, want drank is ‘gezellig en hoort erbij’.

Inmiddels drink ik wel weer. Ik heb er nu meer grip op dan vroeger, maar ik drink vaker dan ik zou willen. Ik merk dat ik toch snel beĂŻnvloedbaar ben door sociale druk. In mijn ideale situatie drink ik af en toe op momenten die ik zelf kies. Even losgaan en dan heb ik echt een leuke avond. Zonder dat het moet, zonder de druk van anderen. Maar het sluipt erin, want nu drink ik weer wijn bij een etentje. Dat komt toch door de verwachtingen. Toen ik helemaal niet dronk, was dat duidelijk voor iedereen. Nu snappen mensen niet waarom ik soms wel en soms niet drink.
Ik leer mezelf beter kennen en leer naar mijn gevoel te luisteren. Eigenlijk kan ik helemaal niet zo goed tegen prikkels, dus in de kroeg staan is heftig. Om die prikkels te dempen, ging ik altijd drinken. Ik kijk nu goed naar hoe ik me voel, ongemak en onzekerheid mogen er zijn. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik uitgaan eigenlijk niet zo leuk vind. Ik ben introverter dan ik dacht. Nuchter kom ik dichter bij mezelf.
Maar je moet veel ballen hebben om bij jezelf te blijven, en heel goed kunnen voelen. Daar werk ik aan. Wil Ă­k drinken of drink ik omdat het verwacht wordt? Tegenwoordig drink ik wel met een plan. Dan ga ik bijvoorbeeld expres met de auto. Ik zorg voor een stok achter de deur, bijvoorbeeld een afspraak de volgende ochtend. Ik flirt met het idee om een keer helemaal te stoppen. Die stap durf ik nog niet te nemen. Maar ik beweeg wel in die richting. Bij afspraken met vrienden stel ik nu andere dingen voor: om samen te gaan boulderen of naar de bios te gaan. Iets waarbij je niet hoeft te drinken.
Ik durf nu eerlijk naar mezelf te kijken en loop niet meer weg voor dingen die ik voel en eerder zou onderdrukken. Mensen doen er vaak lacherig over: haha, wat was ik weer dronken en brak. Maar ik zeg nu eerlijk dat ik dit bij mezelf een probleem vind. En dat is al een hele winst.” ‱

MEER MEIDEN

DEALS

LIFESTYLE

Promotional Border
Funny columns, persoonlijke verhalen en lekkere deals in je inbox.

Funny columns, persoonlijke verhalen en lekkere deals in je inbox.

Meld aan

EXCLUSIEF VOOR MEMBERS