Denk je een relaxed ommetje te maken, stort een woedende grizzlybeer zich op je. Doen of je dood bent, voelt Nathalie (30) instinctief.
“Ik voelde mijn hart zakken toen ik de moederbeer tevoorschijn zag komen. Fuck, dacht ik.”
Denk je een relaxed ommetje te maken, stort een woedende grizzlybeer zich op je. Doen of je dood bent, voelt Nathalie (30) instinctief.
“Ik voelde mijn hart zakken toen ik de moederbeer tevoorschijn zag komen. Fuck, dacht ik.”
“Nietsvermoedend liep ik op een pad dat vrij dichtbegroeid was met struiken. Net voordat ik een bocht om ging, zag ik ineens twee bruine grizzlywelpjes uit het bos komen lopen. Eentje liep voorop, de andere volgde. We waren dicht bij de rivier, waarschijnlijk waren zij op zoek geweest naar bessen die daar groeien. Meteen toen ik de welpen zag, gingen mijn nekharen overeind staan. Ik besefte dat ik te dichtbij was. En wat ik ook meteen wist: de moederbeer is in de buurt. Die zijn namelijk nooit ver weg van hun kroost. Mama komt eraan. En ik was in levensgevaar.
Zeventien jaar geleden verhuisde ik met mijn ouders vanuit Limburg naar Canada. We hadden hier al familie wonen en de natuur trok ons aan, met de bossen, meren en bergen. Ik heb hier mijn leven opgebouwd en ben getrouwd met Kris, een Canadees. We wonen in de bergen met ons zoontje. Vissen, jagen, hiken, daar houden we van. Het buitenleven is hier fantastisch. We hebben 95 hectare grond aan een rivier, bizar dat dat onze achtertuin is. De vrijheid en ruimte, daar geniet ik van.”
“Iedere avond maak ik een wandeling over ons terrein, een route van een uurtje langs de rivier. Zo ook vorig jaar augustus. Het was rond half zeven, de kleine lag al op bed. Na al die jaren in Canada was ik zeker niet naïef. Ik wist dat ik een beer of eland kon tegenkomen. Een paar jaar eerder stond er een beer een paar meter van ons huis, die viel toen een van onze pony’s aan. Mijn man en ik zijn naar buiten gegaan met een geweer en hebben de beer weggejaagd met een paar schoten. Zoals altijd nam ik op mijn wandeling voor mijn veiligheid een geweer en berenspray mee. Het was hoogzomer, meestal zijn beren dan niet agressief. Dat is meer vlak na de winterslaap of tegen de herfst, als ze veel vlees en vet nodig hebben. Erg veel zorgen maakte ik me dus niet, ook omdat een grizzlybeer meestal niet dichtbij komt.
Maar die avond ging het dus wel mis. Toen ik de welpen zag, greep ik snel mijn telefoon en belde ik Kris die thuis was, ongeveer anderhalve kilometer bij mij vandaan. ‘Er is een beer in de buurt, je moet me komen halen’, zei ik. Kris snapte de urgentie niet meteen. Hij zei dat hij even zijn biertje opdronk en er dan aankwam. ‘Nee, nú!’, riep ik. Ik was absoluut bang. Ik voelde mijn hart zakken toen ik de moederbeer tevoorschijn zag komen. Fuck, dacht ik.”
“Ik pakte mijn geweer om te schieten, maar uitgerekend op dit cruciale moment haperde dat. Voor de berenspray had ik niet eens tijd. Ik bleef als bevroren staan. Instinctief wist ik dat ik niet moest gaan rennen. Als ik dat deed, zou ik het zeker niet kunnen navertellen. Het ging allemaal zo snel. De grizzlybeer ging achter me staan. Ik draaide me om en zag dat ze op haar achterpoten stond. Zeker twee meter lang was ze. Ze was aan het kijken wie ik was; ik zag dat ze onzeker was over of ik een bedreiging was of niet.
Plots rende ze weg. Even was ik opgelucht en dacht ik er goed mee weg te zijn gekomen. Dat was helaas niet het geval. Ze kwam terug en keek me boos aan, de oren plat naar achteren. Toen kwam de aanval.”
De rest van dit verhaal lezen? Dat kan in het LINDA.vakantieboek en – als je metéén door wilt lezen – via LINDA.premium.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.