Veel mensen pakken ‘m er als eerste bij als de LINDA. op de mat ploft: het editorial van Linda de Mol. Onze favorieten delen we graag nog een keer met je op LINDA.nl.
Dit editorial komt uit LINDA.’KOMT EEN VROUW BIJ DE DOKTER’ (2018).
Veel mensen pakken ‘m er als eerste bij als de LINDA. op de mat ploft: het editorial van Linda de Mol. Onze favorieten delen we graag nog een keer met je op LINDA.nl.
Dit editorial komt uit LINDA.’KOMT EEN VROUW BIJ DE DOKTER’ (2018).
30 december 1999. Ik lig op een operatietafel, mijn armen gespreid alsof ik aan een kruis genageld ben. Ik heb een mutsje op en staar in een felle lamp. Om me heen staan kundige mensen, die druk bezig zijn mijn dochter het levenslicht te laten zien. Ik hoor piepjes en bevelen van de gynaecologe. Naast me zit iemand met net zo’n mutsje als ik. Hij heeft zijn vingers in zijn oren gestoken en staart paniekerig naar de grond. Het is de vader van de baby die er aan komt.
“Schat, waarom zit je met je vingers in je oren”, fluister ik, maar dat hoort-ie natuurlijk niet. Aantikken is geen optie met die vastgebonden armen, dus ik zeg heel hard: “Hallo!!!!” Gelukkig, hij kijkt op. Ik herhaal mijn vraag. “Sorry, maar ik word er weer helemaal niet lekker van”, zegt-ie. “Waarvan? Er zit toch een groot groen doek voor?” “Nee, maar ik hoor enge dingen en dat trek ik niet.” Hij stopt meteen zijn vingers weer in zijn oren en ja, te gek, nu hoor ik het dus ook: snip, snip, snip … Jakkes, het lijkt of ze met een keukenschaar mijn buik openknippen. Maar mijn vingers in mijn oren doen, is geen optie. M’n armen zitten nog steeds vast.
Als érgens blijkt dat wij toch echt het sterke geslacht zijn, is het wel bij de dokter. Tijdens de geboorte van onze eerste was het medisch personeel het drukst met het bijna out gaan van mijn partner. “Oh jee, meneer wordt nu wel heel erg wit, doet u maar even uw hoofd tussen uw benen en adem diep door uw neus. Kan iemand even iets zoets gaan halen? Hij ziet echt lijkbleek.” Hallo, wie ligt er hier eigenlijk te bevallen?
Met mijn allereerste liefde had ik een reis geboekt door Indonesië. Daar moesten wat vaccinaties voor gehaald worden, dus ik maakte een afspraak voor ons allebei. “Ik kan niet tegen prikken,” zei-ie, “ik val altijd flauw.” Ik fronste. “Wanneer had je voor het laatst een prik dan?” Hij keek steeds benauwder. “Rond mijn twaalfde, denk ik.” Ik haalde mijn schouders op. “Joh, stel je niet zo aan, dat is nu toch niet meer zo? Ik hou je hand vast, het is zo gepiept.”
Een oudere, zeer ervaren dame ontving ons. Toch maar even verteld van het flauwvallen, maar ook zij deed laconiek. “Blijft u anders maar staan, dan houdt u zich hier goed vast aan de rand, kijk maar niet … Komt-ie!” De naald verdween in zijn bovenbil. Even leek het goed te gaan, en toen viel-ie om. Als een houten plank, ik kon hem nog half opvangen, anders had-ie er zeker een hersenschudding aan overgehouden. De verpleegster riep dat dit haar nog nooit gebeurd was, maar hij was volledig buiten westen. Toen ze hem bij probeerde te brengen, greep-ie haar vanaf de grond keihard bij haar enkels, omdat-ie natuurlijk totaal gedesoriënteerd was. Best een tikkie gênant.
Ik weet nog dat ik op mijn achttiende een operatie aan mijn rechteroog moest ondergaan. Mijn broer kwam me opzoeken, met een bosje bloemen. Ik zie hem nog die zaal inwandelen. Eén blik op het inderdaad niet fijn uitziende roodblauw opgezette oog met hechtingen deed hem het bosje bloemen op het bed gooien en weg snellen. Wel nog ‘sorry hoor, ik kan hier heel slecht tegen’ mompelend. Met Jeroen lijkt het mee te vallen. Die zapt als eerste man in mijn leven niet weg als ik naar een maagverkleining van een obese vrouw op tv zit te kijken.
Een van mijn beste vriendinnen heeft haar man verplicht mijn telefoonnummer bovenaan in zijn favorietenlijstje te programmeren. “Als mij ooit iets overkomt, een ongeluk of wat voor naars dan ook en ik beland in het ziekenhuis dan bel je meteen Linda, want sorry, maar aan jou heb ik dan even helemaal niks.” Hard maar reuzeduidelijk.