Een portie bitterballen, kaassoufflé of gefrituurde garnalen: daar zeggen de meeste mensen geen nee tegen. Wat als jij deze gefrituurde gerechten met één simpele stap nóg lekkerder kan maken?
Volgens kookboekenschrijfster Martha Stewart heb je daar één simpel ingrediënt voor nodig.
Het liefst wil je een gerecht zo frituren dat het lekker knapperig is. Hoe je dat voor elkaar krijgt, kan volgens Martha Stewart met een geheim ingrediënt: bruiswater. Ook restaurants gebruiken bruiswater in hun beslag om gefrituurde gerechten nog knapperiger te krijgen.
Daar blijkt een wetenschappelijke verklaring voor te zijn. Dat zit zo: bruisend water is koolzuurhoudend en bevat een hoge concentratie koolstofdioxide. Het grootste deel daarvan heeft de vorm van koolzuur, wat ontstaat wanneer je het combineert met water onder hoge druk. Koolzuur is relatief onstabiel en wordt bij kamertemperatuur afgebroken tot koolstofdioxide en water. Dit gebeurt ook als je een blikje frisdrank opent en op kamertemperatuur laat staan: de bubbels verdwijnen.
“Bij hogere temperaturen, vooral tijdens het frituren, komt de kooldioxide nog sneller vrij”, zo legt voedselwetenschapper Bryan Quoc Le uit op de website van Martha Stewart. “Door deze snelle ontleding van koolzuur in koolstofdioxide ontstaan er zeer fijne belletjes in het beslag. Die worden vervolgens gestold door het bakproces, waardoor beslag met bruiswater licht en knapperig blijft.” Ga jij deze hack zelf uitproberen?
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
Krokant, gevuld met groente én vooral heel lekker: crispy loempia's van Jetske
