In de rubriek ‘Monumentje’ brengen lezers een ode aan een overleden geliefde, vriend of familielid. Deze week herdenkt Maaike haar oma Teuntje, die haar leerde dat je goed bent zoals je bent.
Geschreven door Maaike van Utrecht ter nagedachtenis aan haar oma Teuntje Willemina Pippel-Bambacht (?-06-1913 – 21-05-1995).
Als iemand mij vraagt wie mijn held(in) is, dan antwoord ik steevast: mijn oma. Ze was een heldin om wie ze was, hoe ze in het leven stond en om wat ze mij geleerd heeft.
Kort na haar geboorte vloog het ouderlijk huis in brand en haar ouders wisten niet meer precies wanneer ze geboren was: 7 juni of 22 juni. Ze grapte dan ook altijd dat ze twee keer per jaar jarig was.
Al op jonge leeftijd verloor ze haar vader. Daarom moest ze op veertienjarige leeftijd als huishoudster bij een welgestelde familie in Zeist gaan werken. Daar heeft ze heerlijk leren koken. De liefde voor koken én lekker eten heeft ze op haar dochters en zoons overgedragen.
Toen ze terug verhuisde naar Hellouw, liet haar knappe uiterlijk de mannen in het dorp niet onberoerd. Knap ‘vrammes’ (vrouwmens) zeiden ze over haar. En dat was ze! Uiteindelijk liet ook de dertien jaar oudere Gijs zijn oog op haar vallen. Ze trouwden in de oorlog op dertien augustus 1941 en in de jaren erna kregen ze samen zes kinderen.
Dertien bleek een geluksgetal te zijn. Er kwamen dertien kleinkinderen, de oudste daarvan werd op de dertiende geboren. Ik ging graag naar oma. En dan is ‘graag’ een understatement. Oma had altijd een warm woord én iets lekkers. Maar nog belangrijker: ze leerde mij levenslessen.
Naast mijn oma woonden twee mannen: T en dr. G. In de jaren zeventig was ik een jaar of vijf, toen ik aan mijn oma vroeg: “Waarom heeft T. geen vrouw, oma?” Oma zei: “Omdat T van dr. G. houdt.” Zo simpel was het. Liefde is liefde.
Voor de gemiddelde Nederlander is deze reactie waarschijnlijk heel gewoon. Maar mijn oma was een diepgelovige christen in een gemeenschap die niet als erg ruimdenkend en tolerant te boek stond. Ze deed daar niet aan mee. ‘Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld wordt’, was op haar lijf geschreven.
Toen ik in mijn studententijd een relatie kreeg met een Afrikaanse man en een tante vroeg wat ze daar nou van vond, zei ze simpelweg: “Ieder heeft zijn eigen lief het liefst.” En lachend voegde ze eraan toe: “Mar ik zij nog nooit deur unne zwarte gekuust, haha, en nou wel.” Ieder mens was gelijk voor haar en iedereen was welkom. Onderscheid maakte ze niet.
Helaas overleed ze kort voor haar 82e verjaardag. We hadden haar graag honderd of nog ouder zien worden. Bijna 25 jaar was ze mijn oma en daar ben ik dankbaar voor. Dankbaar voor haar tolerantie en acceptatie. En dankbaar voor de les over het geloof: dat het niet in uiterlijk vertoon zit, maar in je hart. En dat je goed bent zoals je bent.
Als eerbetoon aan mijn oma heeft mijn jongste dochter, geboren op de dertiende, als tweede naam Teuntje gekregen.
Dank voor de mooie herinneringen, oma.
