Mocht je toevallig dol zijn op kritiek van wildvreemden over werkelijk álles: het blijkt nogal te helpen om kinderen te hebben. Er is namelijk weinig waar mensen zich zó graag mee bemoeien als het kroost van een ander.
Of in ieder geval de manier waarop die ander met haar bloedjes omgaat.
Zeker op sociale media. Daar is het ongevraagd opdringen van je mening sowieso een populair tijdverdrijf, met het afzeiken van mede-moeders als hoogtepunt. Want helaas, het zijn toch meestal vrouwen die elkaar de maat nemen.
Zo zette ik eens een filmpje van mijn tweeling online, waarin ze met hoorbaar genot een babyrijstwafeltje in hun tandeloze bekkies aan het prakken waren. Onschuldig vermaak, leek me, schattig ook, maar dat bleek ik volledig verkeerd te hebben gedacht. Want daar kwam al de eerste bemoeimoeder: wist ik wel dat rijstwafels alleen maar loze calorieën waren? Goed voor helemaal niks anders dan het nutteloos vullen van je maag? Gevolgd door nummer twee, die me toch even op het hart wilde drukken dat rijst arseen bevat. En dat het in grote hoeveelheden schadelijke gevolgen voor de gezondheid kan hebben.
Nou was ik ook niet van plan mijn baby’s honderd rijstwafeltjes per dag te gaan voeren. En ze eten in Azië geloof ik behoorlijk veel rijst zonder daar massaal van dood neer te vallen, maar goed. Nog nauwelijks van de schrik bekomen, meldde zich criticus nummer drie. Die beet me toe dat kleine kinderen zomaar in kleine rijstwafeltjes kunnen stikken. Dat klopt, kinderen kunnen in zo’n beetje alles stikken. Daarom blijf je er ook bij als ze dingen in hun mond aan het duwen zijn.
En zo blijk je als nieuwbakken moeder echt ontzettend veel fout te kunnen doen. Dat ik mijn nageslacht fruit uit een potje gaf in plaats van zelfgekweekte vruchten bij volle maan met een steen uit de Himalaya tot moes te slaan. Helemaal verkeerd. De foto waarop ik m’n schaterende zoontje op z’n kop hing – naast fruit uit een potje zijn grote plezier in het leven. Supergevaarlijk. Net als een kiekje waarop m’n beide baby’s in hun kinderstoelen zaten toe te kijken hoe ik pastasaus aan het bereiden was. Ja oké, ze zaten op een paar meter van het fornuis. Maar het zou toch zomaar kunnen dat er een sausdruppel uit de pan spetterde en op hun tere huidje belandde.
Onwillekeurig moest ik denken aan mijn eigen jeugd, begin jaren negentig. Toen stuiterden we rustig gordel-loos op de achterbank van een auto heen en weer, terwijl een willekeurige ouder tijdens het rijden een sigaret zat te roken. Met het autoraampje dicht. Natuurlijk, er is zoiets als voortschrijdend inzicht. Het is fantastisch dat er tegenwoordig autostoeltjes bestaan en roken is hartstikke slecht, zeker voor kinderlongen die nog in ontwikkeling zijn.
Maar misschien schieten we inmiddels zo nu en dan toch een klein beetje door met wat we allemaal schadelijk, doodeng en belachelijk vinden. En vooral: in de manier waarop we wildvreemden continu ongevraagd op onze mening daarover denken te moeten trakteren. Zeg je daar iets van, dan krijg je meestal de reactie dat het toch allemaal reuze goedbedoeld is. Dat kan wel zo zijn, maar dat betekent nog niet dat iemand anders erop zit te wachten. Wat dat betreft klopt dat Engelse spreekwoord over ‘opinions’ en ‘assholes’ wel. Iedereen heeft een anus en dat is helemaal prima, je moet de jouwe alleen niet constant zomaar bij anderen in het gezicht duwen. Dit moet ik mijn baby’s overigens nog leren.
Rianne Meijer is tekstredacteur bij LINDA., heeft een tweeling van negen maanden, een Twitter-account en regelmatig last van een mening.
Lees ook
‘De eerste keer dat ze gingen wennen op de crèche zat ik drie uur te janken’