Jasmijn was te laat. “Sorry”, zei ze toen ze de vergaderruimte inliep terwijl ik aan het woord was. “Ik moest me even laten kraken.” “En…” vroeg ik, “was het fijn?” Ze zag er namelijk opvallend ontspannen uit. “Het gekke is”, en ze aarzelde omdat iedereen stilviel, “ik weet niet of het nu een beetje pijn doet of dat ik het gewoon lekker vind …”
“Snap ik…” zei ik. “Dat kan ook gebeuren als je goede sex hebt.” Alle aanwezigen schoten in de lach. De oudste onder ons schudde quasi-oordelend het hoofd. “Zoiets kun je echt niet zeggen, zeker niet in aanwezigheid van zoveel jonge vrouwen”, fluisterde ze me later toe. “Ik neem aan dat het een grapje was, Maaike.” “Eh, nee. Ik meen het.”
Soms voel ik me, zeker op het werk, een dr. Ruth, met mijn geringe lengte en (sex)levenservaring. Ieder z’n soort en smaak. Sommige mensen houden van strelen en Vijftig Tinten Grijs, ik ben meer het type ‘gooi me door de kamer want een beetje pijn is fijn’. Dat een vrijpartij gepaard kan gaan met een blauwe plek hier en daar, is het risico dat daar bij hoort.
Wat ik lastig vind aan al die verhalen rondom grensoverschrijdend gedrag is dat iedereen blijkbaar duidelijk weet wanneer qua sex een grens overschreden is. Maar dat besef komt alleen door te oefenen. Brute verkrachtingen en fout machtsvertoon daargelaten, hoe weet je waar jouw limiet ligt als je die op seksueel gebied niet zelf opzoekt? Door dat te ontdekken is de kans groot dat je die grens, gewenst of ongewenst, samen overschrijdt. Want hoe weet je bijvoorbeeld dat je niet van anaal houdt als je het niet eerst probeert?
Jaren geleden had ik een ondefinieerbare relatie met Klaas. Type grote teddybeer, maar in bed was er weinig zachtaardigs aan. Ik vond dat heerlijk. Na een maand of wat trok hij tijdens de sex plots, geil grijnzend, een sleutel uit z’n nachtkastje. De opwinding verdween als sneeuw voor de zon aangezien ik vreesde voor een reetveer of nog erger: iets met een voetfetisj.
“Kom mee. Ik wil je iets laten zien.” Hij trok me mee naar z’n kledingkast, waar een loodzware kist in verscholen zat. Bij het openen zag ik bizarre sexspeeltjes waar ik het bestaan niet van kende. Zoals een lichtgevende bondageset en loodzware tepelklemmen (denk in kilo’s, niet in grammen). Op m’n voorhoofd stond ongetwijfeld een groot vraagteken toen hij gluiperig vroeg: “Maaike, ben je klaar voor de Klaas 2.0-versie?”
Ik schoot keihard in de lach. “Eh …” Was ik er klaar voor? Dat wist ik eigenlijk niet, al triggerden de middeleeuwse attributen me meer dan ik aanvankelijk vermoedde. Wel was het ineens aantrekkelijk om Klaas óók pijn te doen. We gingen voor de lichtgevende collectie. Maar die viel tegen. Sterker nog: het was ronduit naargeestig. Dus opperde ik, om de sfeer niet te bederven: “Heb je ook iets aangenaams in je arsenaal? Iets om van te genieten?”
“Jazeker”, zei hij overtuigd en bijna trots. Hij deed vrolijk een greep in de kist en hield een buttplug met blauwe, lange speelgoedlokken omhoog: “Kijk deze, geïnspireerd op My Little Pony.”
Ik huilde minutenlang. Niet van de pijn, wel van het lachen. Geloof me: dat ding heeft mijn billen niet aangeraakt. Speelgoedhaar in mijn reet, daar trek ik de grens. Klaas 2.0 en ik hebben het uiteindelijk niet gered. Moraal van het verhaal: ga lekker je grens ontdekken. En soms is een beetje pijn best fijn.
