Nog voor mijn 47e verjaardag dacht ik even blijvende gehoorschade te hebben opgelopen, toen ik in de Ziggodome was. Bleek dat de muziek zachter dan gebruikelijk stond, omdat het een ‘alle leeftijden’-concert betrof. Dat ik niet doof was besefte ik des te meer toen het gesprek van het drietal, een paar plekken achter me, duidelijk te volgen was. Vanaf begin tot eind van het concert schreeuwde het trio non-stop.
Iedereen binnen een omtrek van zeven meter hoorde dat de man uit de Bollenstreek kwam en de vrouwen uit Leiden.
Ongeacht het strijkorkest dat op het podium stond of Armin die het publiek even door de knieën liet zakken voor de ‘drop’, de man blééf tetteren. Ik had zeker negen keer een woeste blik naar achteren gegeven maar alleen de mensen tussen ons in wierpen begripvolle blikken. “Tot hoe laat zijn jullie in Amsterdam?”, vroeg de man. “We moeten de trein van half elf hebben”, schreeuwde een meid. “Laten we dan hierna nog de kroeg ingaan”, gilde hij terug.
Het voelde na anderhalf uur ergernis als mijn cue, dus ik draaide om en gilde: “Goed idee. GA NU MAAR .” Ze keken alledrie verbaasd, ik hoorde omstanders lachen. Ik was nog niet klaar: “GA alstublieft DIE KROEG IN.” De man siste en zei: “Doe eens normaal, kleintje”, waardoor ik juist nog meer vechtlust kreeg.
Op dat moment tikte Puck me bedeesd aan: “Mam, houd maar op, ik schaam me. Echt iedereen kijkt.” In een perfecte timing vlogen precies op dat moment tientallen mega-ballonen met confetti over de menigte, waardoor de focus op boven lag. Daarna kregen we de slappe lach. In de auto op de terugweg bood ik Puck excuses aan. “Maar ik snap gewoon niet waarom zulke mensen naar een concert gaan, je hoeft niet stil te zijn. Maar continu door de muziek heen schreeuwen… Het irriteert.”
Waarop Puck terecht opmerkte: “Je kunt ze ook gewoon links laten liggen en lekker naar het concert luisteren.” “Nee. En dat kan ik dus niet.” Ik besefte ineens hoe heerlijk het is dat ze daarin niet op mij, maar op haar vader lijkt. Die kan praktisch elk storend geluid, zeker toen de kinderen klein waren, prima langs zich heen laten glijden.
De batterij is gewoon leeg, daarom ontplofte ik zo. Ik weet het zeker, want ik heb voor het eerst in 46 jaar ook geen zin in mijn eigen verjaardag. Alleen het idee al om alles zelf te versieren, regelen en op te ruimen maakt me doodmoe. Charlie zag me huilen van vermoeidheid, aan het einde van afgelopen weekend. We hadden gezwommen en ik was met Puck naar een concert geweest. Maar ik brak na het lezen van het zorgverslag van mijn dementerende moeder, die een deur had dichtgesmeten en een tik van een medebewoner moest incasseren.
“Mam, ik denk dat jij en ik het zwaarder hebben dan Puck en papa.” Die zag ik niet aankomen. “Denk je dat?” Ze knikte. “Wij voelen altijd wat een ander voelt en nodig heeft, en zij niet.” Later, toen ik Charlie naar bed bracht, zei ik. “Weet je wat het is, wij zien en voelen veel. Een beetje zonder filter zeg maar, best puur. Dat is soms zwaar en soms mooi. Jij kunt bijvoorbeeld de hele dag van slag zijn als je beste vriendin niet op school is of als iemand iets lelijks over je rugzak zegt.”
“Maar je wordt wel weer intens blij als je een regenboog ziet, een witte veer in het bos vindt of de avondzon in de IJssel ziet zakken. Ik denk dat ik het vooral zie als een een cadeau.” We knuffelden en telden hardop tot twintig, dat is ons ritueel. Bij de laatste tel drukken we dan net iets harder tegen elkaar aan. Toen ik wegliep, zei ze: “Mam, als je vrijdag jarig bent mag je ’s ochtends blijven liggen, dan laat ik Teddie uit. Puck maakt het ontbijt.” Had ik zomaar ineens een beetje zin in de verjaardag.